Daphne-en-Nienke-Down-Under.reismee.nl

The Great Aussie Roadtrip I

G’day allemaal!

En toen was het 2015...! En niet zomaar 2015 maar letterlijk een denderend en knallend 2015, midden in het hart van Sydney. Maar daarop komen we later terug...

Eerst gingen we naar Melbourne, waar we op tweede kerstdag in anderhalf uur heenvlogen. Na lang te hebben gezocht naar het shuttle busje werden we naar ons hostel gebracht: een heel groot gebouw met heel veel verdiepingen en vooral heel veel mensen. Dat laatste werd de volgende ochtend vooral duidelijk: het ontbijt was inbegrepen en daarvoor kon je je eigen pancakes bakken. Heel leuk allemaal, maar de giga rij maakte het een stuk minder aantrekkelijk. Toch was het het uiteindelijk waard, en na het lekkere ontbijt ging ons grote auto-zoek avontuur van start. De goedkope auto dealers lagen allemaal erg ver uit het centrum van Melbourne, en omdat er om een of andere reden bijna geen openbaar vervoer naar toe ging moesten we met de trein en daarna eindeloos door een enorme hitte lopen. We hadden ons echter wel voorgenomen zo fris mogelijk aan te komen zodat de dealer niet doorkreeg dat we helemaal kwamen lopen en dus erg afhankelijk van hem waren. Het vinden van een auto ging wel sneller dan we hadden verwacht. Hoewel we ons braaf voor hadden genomen om uitgebreid meerdere auto’s te bekijken en uit te proberen, kwamen we toch al snel uit op de ruime witte Lantra sportwagen, een Hyyundai. Na enkele algemene checks (we hadden via via wel een soort checklist meegekregen), een kort ritje en even goed nadenken namen we de beslissing om hem te kopen. Achteraf hadden we er echter misschien toch iets kritischer moeten nadenken (dit blijkt nog wel verderop in de blog...!). Hoe dan ook, we waren ontzettend blij dat het bij de eerste dealer al raak was! Het enige wat echter nog niet inbegrepen was was de registratie van de auto. Deze moet je apart kopen, in de staat waar je woont. Maar tot die tijd konden we een tijdelijke registratie kopen, waar we alleen mee naar huis mochten rijden. Wat betekende dat we nog een tijdje zonder nummerbord rondreden (hetgeen verbaasd wijzende en omkijkende automobilisten tot gevolg had). Na ontelbaar papieren te hebben ondertekend gingen we opgewekt weer op weg richting Melbourne centrum om de stad wat meer te verkennen.
Melbourne heeft prachtige parken, gezellige wijken en overal hangt een gemoedelijke sfeer. Wel even wat anders dan dat grootste en wereldse Sydney.

Ook liepen we nog langs allerlei cricket velden (dat is zo ongeveer nationale sport hier) en de ‘Australian Open’ tennisbanen (die op dat moment over een maand in gebruik zouden zijn!), aten we in het Melbournse ‘Little Italy’ en sloten de dag af met een grandioos uitzicht vanaf het hoogste gebouw van Melbourne (waar het overigens véél te toeristisch en vol was). De volgende dag zijn we naar de Queen Victoria Market gegaan, een erg populaire en gigantische markt waar we ons wel aardig wisten te vermaken... Op een gegeven moment zijn we maar weggevlucht, richting onze auto: op naar Phillips Island! We hadden dit speciaal ingepland vanwege de pinguins die je daar kunt zien (de ‘pinquin parade’). Helaas, we hadden even niet rekening gehouden met het feit dat het hoogseizoen was en er dus een kans bestond dat dit al volgeboekt zou zijn... Het eiland zelf was echter ook heel mooi, dus hebben we een wandeling gemaakt en spotten we toch nog een pinguin in zijn holletje (waar overigens tientallen toeristen omheen stonden te dringen).

De volgende dag moesten we vroeg op om in zo’n 7 uur naar Canberra te rijden. Officieel is dit de hoofdstad van Australie, dus vonden wij dat we dit wel moesten zien. Achteraf hadden we er misschien nog geen halve dag hoeven doorbrengen; het Australian War Memorial was absoluut de moeite waard en we hebben wat meer geleerd over de rol van Australie tijdens de Tweede Wereld oorlog: erg indrukwekkend al die verhalen! Maar naast een beeldentuin en mooie boulevard langs een meer stelde Canberra kortgezegd niets voor. Zelfs de bewoner aan wie we vroegen waar we nu precies heen moesten krabde zich twijfelend op zijn hoofd. De volgende dag, oudjaarsdag, gingen we dus maar al te graag (maar op een zeer vroeg tijdstip) verder richting het levendige Sydney.

Hoewel het niet altijd helemaal van een leien dakje ging, beviel het rijden in Australië en onze Hyundai toch best wel!

We moesten de auto af en toe wel even aansporen om de berg op te komen en we bevonden ons misschien niet altijd keurig aan de linkerkant van de weg (tja, het is niet zo’n goed idee om degene voor je maar blindelings te volgen, zeker als hij rechts rijdt en dus vermoedelijk ook een toerist is...). En naast het feit dat er aardig wat kapotte banden langs de weg liggen kan het ook zomaar zo zijn dat je met een snelheid van 110 een bocht om komt en midden in een dichte rookwolk terecht komt: geen bosbrand maar iemand met een kapotte motor... Om maar niet te spreken over de kangoeroes die op veel plekken langs de kant van de weg liggen... Sommigen besluiten namelijk om gezellig huppelend de snelweg over te steken terwijl de auto’s in hoge snelheden voorbij razen.Gelukkig hebben we die twee kangoeroes niet geraakt, en kwamen we ook in Sydney weer ongedeerd aan!

Omdat Sydney met Oud en Nieuw grotendeels auto-vrij is, en omdat wij van ons leven Sydney niet zouden in willen met de auto, parkeerden we in een (gratis) buitenwijk en gingen met het OV op weg naar het park waar we met Bonnie en haar zus, Noor, hadden afgesproken. Omdat er miljoenen mensen zijn die het beroemde vuurwerk willen zien, regelt Sydney afgezette stukken van de stad vanwaar je het kan zien. Op sommige plekken moet je betalen, degene waar wij in wilden niet. En dat was ook wel duidelijk! We hebben zo'n 1,5 uur in de zinderende hitte in de rij gestaan om binnen te komen! Eenmaal in het park vonden we Bonnie en Noor, die al eerder gegaan waren en dus een plekje voor ons hadden! Het was een drukte van jewelste, maar door hun hadden we toch nog een goed plekje! Dus daar zaten we dan: soort van picknickend, kaartend, lezend en slapend in het gras met allerlei soorten mensen om ons heen (en uiteraard dus ook de luidruchtige, vanaf 11 uur al dronken, Nederlandse jongens...) wachtend op middernacht. Gelukkig dat het hier wel een stukje warmer is dan in Nederland!

's Avonds waren er wat shows op de rivier (die we juist weer niet goed zagen) en om 21 uur was er al een mooie vuurwerkshow voor de kinderen. Maar na nog 3 uur wachten, half slapen en een halve fles wodka verder (die we naar binnen hadden gesmokkeld) was het dan zover! We proostten op het nieuwe jaar terwijl het vuurwerk voor ons losbarste. Het duurde aan een stuk door 12 minuten en was super mooi! Je wist bijna niet waar je moest kijken.


Maar toen begon het echte avontuur: wegens gebrek aan fondsen (Sydney is echt extreem duur met oudejaarsnacht) zouden we die nacht in de auto slapen! We wisten: dit zal waarschijnlijk niet de meest comfortabele nacht zijn, maar ach: het is een avontuur! :D

Dat doen we dus nooit meer... We kunnen jullie vertellen dat de achterbak van onze Hyundai nogal hard is en zeker ook net niet zo lang is als dat wij zijn (en hij leek nog wel zo lang...). Ook bleek dat een stalen bak midden in de zon met twee mensen erin aardig snel opwarmt. Ons 'avontuur' was dus al snel de meest onaangename nacht van ons leven!

Met Bonnie en Noor achterin (en de pijn nog in onze schouders en heupen) zijn we de volgende dag weer terug gereden naar Newcastle waar we ons konden voorbereiden voor de grote road-trip, maar ook om even 1 nacht goed te slapen. We moesten de volgende dag nog wel 'even' onze auto registeren. We wisten al wel dat het moeilijk ging worden, omdat we tijdens de reis van Melbourne naar Newcastle al tegen aardig wat problemen op dit gebied aanliepen (wat onder andere te maken had met het feit dat bijna alles dicht was rond en na de feestdagen), maar ook nu bleek het allemaal weer moeilijk. Om een beetje een beeld te scheppen: het was een probleem dat op de creditcard van Nienke niet haar volledige voornaam stond, maar alleen een 'N'... Dat was ongeveer het niveau van hoe makkelijk het was een auto te registeren! Het heen en weer rennen heeft ons nog een hoop zweet bezorgd vlak voor vertrek. Maar goed... uiteindelijk hadden we ze dan: de nummerborden! En zo was Sisi (nummerplaat= CC-94-GM) geboren; de trouwe auto die ons honderden kilometers over prachtige slingerende bospaadjes, langs sprankelende beekjes, door oerwouden vol luide (en waarschijnlijk giftige) beesten en naar prachtige stranden met metershoge golven zou brengen.

Na alle spullen (inclusief geleende tent en matjes) te hebben ingeladen, oftewel gedumpt (wat past er toch lekker veel in zo'n stationwagon), reden we in zo'n 2 uur naar onze eerste stop: onze collega Elroy die vakantie aan het vieren was met zijn vrienden, in een gigantische en prachtige villa vlakbij Diamond beach. We konden zo aanschuiven en blijven slapen voor niets, en dat bij een zeer aangenaam gezelschap! We hebben de hele avond gepraat en gekaart (ezelen kennen ze hier ook!), super gezellig. Kortom, het was zeker een goed begin van onze roadtrip! De volgende dag nog even met wat surfboards richting Diamond beach om een duik te nemen en we kregen zomaar een korte (en gratis) surfles van één van de vrienden van Elroy. Ook zijn we met z’n allen na een flinke klimpartij over de rotsen en door het water bij een plek uitgekomen waar je in gaten tussen de rotsen kon zwemmen, erg bijzonder! Rond lunchtijd nog een typische Australische lunch bij de Fish & Chips zaak direct aan het strand (waar een medium friet wel met 3/4 mensen te delen was!) en daarna afscheid genomen: zij gingen allemaal weer naar Newcastle omdat hun vakantie voorbij was, terwijl wij juist richting het noorden gingen. We kregen nog aardig wat tips en adviezen mee over waar we heen moesten gaan.

Daar gingen we dan, linea recta met het zand nog aan onze voeten en het zeewater in onze haren de auto in (zo doe je dat hier). Met een lekker swingend muziekje op de achtergrond reden we even langs het gezellige Port Macquairie, waarna we onze weg vervolgden naar een soort natuur camping vlakbij Crescent Head, vrijwel direct aan een prachtige verlaten strand (de golven waren vanuit de tent te horen). Om daar te komen moest Sisi meteen de eerste uitdaging aangaan, namelijk off-road; er waren echter zóveel kuilen en hobbels dat we niet harder dan 30/40 konden rijden.

Gelukkig hebben we dat, en de eerste nacht overleefd, en hoewel we 6 uur ’s ochtends uit onze tent gebrand werden, kostte de overnachting ons om wonderbaarlijke reden niets! We waren toch al vroeg op, dus waarom niet een stuk landinwaarts richting Armidale, om de ‘Waterfall Way’ af te rijden? We vroegen ons al af hoe groot die watervallen zouden zijn, aangezien het toch best droog is. De eerste watervallen stelden inderdaad niet zo veel voor, ondanks dat ze wel erg hoog waren, maar de volgende (de Ebor Falls) waren een stuk spectaculairder! Het was best een lange omweg langs de Waterfall Way, maar het was het zeker waard: we reden grotendeels door de New England Tablelands, over mooie (en af en toe erg smalle) weggetjes en dus was het een soort typische Engelse glooiende landschap, afgewisseld met de wat lager gelegen regenwouden, erg bijzonder! De volgende nacht brachten we door in Coffs Harbour, op een camping met veel voorzieningen en faciliteiten. Alle campings hebben hier overigens gratis douches en keukens met o.a. fornuis, barbeque (erg belangrijk!), broodrooster, magnetron en waterkoker waar iedereen gewoon gebruik van mag maken. We hadden trouwens heel veel geluk dat er nog maar 1 tentplek over was op de hele camping; het was namelijk hoogseizoen, waar we niet echt rekening mee hadden gehouden. Alle motels en campings waren letterlijk stampvol en dus besloten we (hoewel we oorspronkelijk juist op de bonnefooi wilden gaan) voortaan toch maar wat meer te gaan plannen. De volgende dag hebben we ons nog vermaakt in een klein aquarium, bij de ‘Big Banana’ (ze hebben hier om een of andere vage reden van een aantal voorwerpen of dieren een groot formaat langs de weg staan) en hebben we een frikandel en kroket gegeten bij een Nederlands café en klein museum (met heel veel klompen!). We voelden ons weer even helemaal thuis.

We kochten wat appelstroop en marsepein en praatten nog even met de eigenaar, een gezellige oudere man die al zo’n 60 jaar in Australie woont en half Nederlands/Australisch terugpraatte. De volgende camping was iets ten noorden van Coffs Harbour en daar hebben we zelf gekookt, tips over plekken gekregen van aardige Australiers en van de sauna genoten (op dat moment was het weer niet al te best: ook in Australie kan het flink regenen...!). Voordat we de volgende dag verder reden hebben we bij Moonee Beach nog even aan het strand gelegen. Dit strand was echter niet zomaar te bereiken, en gelukkig heeft het water onze tassen, handdoeken, hoedjes en parasol net niet te pakken gekregen... (zie foto).

Onze eindbestemming van die dag was Ballina, waar we via Airbnb (een website waarop mensen een kamer in hun huis beschikbaar stellen voor reizigers) een plekje hadden gevonden bij twee aardige Australiërs en volop konden genieten van de airco, het zachte bed, een voetbaltafel, de keuken en Geoffrey de kat (die blijkbaar erg van water hield...). Ballina zelf is niet zo spannend op de ‘Big Shrimp’, de grote garnaal, na), maar op 30 min afstand rijden ligt het beroemde Byron Bay. Dit stadje staat bekend als een hippie en backpackers oord (wellicht enigszins door elkaar in stand gehouden...) en heeft een hele relaxte sfeer en een prachtig strand. We hadden geluk dat er een hele grote markt was waar ze van alles verkochten met het motto: 'maak het, bak het, groei het' en waar we dus alles konden kopen; van kleurige hippie kleding tot henna tatoeages. Bij de vuurtoren op Cape Byron, iets buiten het stadje, bevonden we ons op het meest oostelijke punt van Australie (zie foto).


Verder naar het Noorden ligt Surfer's Paradise: een stad vooral gericht op (de naam verklapt het al) surfen! Dus we zaten de volgende dag al vroeg in de auto die kant op en waren zoals altijd lekker aan het toeren, toen de auto opeens een keihard geluid begon te maken! Verstandig als we zijn zetten we de auto onmiddellijk stil op de vluchtstrook en deden snel de motor uit (we hebben genoeg films gezien om te weten dat een auto door de minste provocatie ontploft). Half in paniek en half angstig begonnen we rondjes om de auto te lopen en te kijken waar het geluid vandaan kwam: hadden we een kangoeroe of koala aangereden, een lekker band of was zelfs de motor ontploft?! Wat nu?!

En zo eindigen we blog 1 van 2 over onze road trip! Zoals elk goed verhaal eindigt ook deze met een cliffhanger en zullen jullie geduldig op het vervolg moeten wachten (tja, we moeten er toch wat spanning inhouden he :P). Maar aangezien wij nu deze blog schrijven, kunnen jullie er aardig zeker van zijn dat wij het dus hebben overleefd! Maar wat gebeurde er precies en welk lot wachtte Sisi?!?! Jullie horen het in de volgende blog!

Cheers,

Daphne & Nienke

Reacties

Reacties

Maarten

Spannend!!!

Hiu Man

AAAAH SPANNEND!

Laura

Wauw, klinkt als n goede roadtrip. Jaloers ;)

oma Gré

Wat een mooi verhaal en de foto's

Tanja

haha :)

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!