Daphne-en-Nienke-Down-Under.reismee.nl

The Great Aussie Roadtrip II

Hallo allemaal!

Jullie hebben allemaal natuurlijk een hele week in spanning gezeten over het lot van Sisi... dus we gaan gelijk weer verder:

Na grondig onderzoek van de auto, kwamen we er al snel achter dat ons domme-blondjes gehalte tot grootste hoogtes was gestegen en bleek dat het alleen maar ruis uit de radio was, die zomaar uit het niets was aangegaan en keihard aanstond!! Hier hebben we het dus absoluut nooit meer over, en dus verder met het verhaal:

Surfer's Paradise was een hele beleving: het uitgaans-leven, vele merk-winkels en hoge gebouwen maakte deze stad in zekere zin ‘on-Australisch’ en leek het meer alsof we ons bevonden in Lloret de Mar (voor de onwetende lezers: dat is een populaire feest bestemming in Spanje, waar we niet over in detail zullen treden). Heel anders dus dan we tot dan toe gezien hadden.

Maar voordat we ons konden onderdompelen in deze nieuwe 'cultuur', gingen we overdag eerst nog naar Nimbin: een plaatsje dat weer een hele andere 'cultuur' had en verder landinwaarts lag. Nimbin noemen sommigen ook wel het 'Amsterdam van Australie'. En nee, dat gaat niet zozeer over de mooie kanalen, herenhuizen en vele fietsen daar, namelijk maar over een ding; de wiet die daar openlijk wordt gerookt. Alles daar draait om hennep; in alle vormen, soorten en maten. Blijkbaar is het toerisme dat dit trekt wel voordelig, want hoewel wiet illegaal is in Australië, wordt het in Nimbin gedoogd en zagen we dus regelmatig stoned mensen op straat. We keken onze ogen uit in de vele vreemde artistieke en kleurige winkeltjes die nog vreemdere kleding en objecten verkochten. We hadden voor die ene keer de wiet maar links laten liggen (even voor onze ouders: dat is een grapje) en kochten alleen een hennep enkelbandje.

In Surfer's Paradise hadden we weer via Airbnb geboekt, maar deze keer hadden we onderdak bij iemand in de achtertuin, die daar een Volkswagen busje-tent had staan, compleet met twee-persoons bed, tv en ventilator, een origineel concept!

En hoewel we eerst dachten dat we samen met het Chinese meisje Maria de enige gasten waren, kwam rond etenstijd de rest van het huis in beweging: een Belgische jongen die alleen Frans sprak (wat heb je daar nou weer aan?!), een Spaanse vrouw met haar kind (en een aardig temperament), een Australische man met zijn dochter, en onze gastheer met zijn partner. Een aparte combinatie van mensen bij elkaar, maar omdat ze allemaal al langere tijd in het huis verbleven gingen ze met elkaar om als een soort familie. Na wat met iedereen te hebben gepraat tijdens het eten zijn we ’s avonds nog de stad ingegaan en het strand dat daar bijna direct aan ligt, en worstelden we ons door de mensenmassa’s. Helaas bleven we maar een nacht in Surfer’s Paradise (of misschien eigenlijk wel gelukkig want ook hier dreven we 's ochtends de tent uit door de hitte en het zweet) en gingen we 's ochtends door naar Noosa Heads. Maar niet voordat we wanhopig opzoek gingen naar een nieuwe bikini (een zoektocht die al vele dagen duurde). We kwamen namelijk tot de ontdekking dat onze bikini's, die met niet meer dan wat trieste touwtjes vastzitten, niet echt bestand zijn tegen de gigantische denderende golven van Australië... En aangezien het vakantie was en er dus veel gezinnen waren overal kon dat nogal wat beschamende situaties opleveren... Maar goed! Twee stevige bikini's later konden we eindelijk veilig de golven veroveren op Sunshine beach, vlakbij Noosa Heads.

Het hostel in Noosa heads was echt heel erg leuk en had een fijne sfeer. Een goeie maaltijd was maar $5 en een grote kan vol met fruitige cocktail was ook relatief goedkoop en lekker! Helaas was het wel meer limonade dan alcohol en konden we het saaie en enigszins aparte feestje waar we waren daarmee niet leuker laten lijken... Wel nog even wat gekletst met een Canadees en de mensen met wie hij was, maar daarna toch maar naar (het wel ontzettende hete) bed gegaan. Een road-trip is ontzettend gaaf, maar af en toe ook wel vermoeiend! Niet alleen het regelen, plannen en autorijd-gedeelte maar ook de hitte en vochtigheid die alleen maar erger werd hoe noordelijker we kwamen. Ook gaat de klok een uur terug in Queensland, wat betekent dat de zon al om 5.00 opkomt en om 19.00 weer ondergaat: en als je in een tent slaap betekent dat dus dat je ook echt om 5.00 wakker bent.

Onderweg van Noosa Heads naar Hervey Bay stapten we nog even uit bij een grote gezellige zaterdagmarkt in Eumundi. De zee bij Hervey Bay was trouwens wel even heel wat anders dan bij de stranden die we daarvoor hadden gezien: hoewel we net een bikini hadden gekocht die elke verwoestende golf aan zou moeten kunnen, was er geen enkele golf te bekennen aan het strand bij Hervey Bay, alleen wat lichte rimpelingen. Dit komt door Fraser Island dat bij de kust ligt. Ook kan je nog zo lang door blijven lopen, maar het water komt niet hoger dan tot je knieën. Zwemmen ging dus niet, maar lekker in het water liggen of zitten wel. En aangezien de temperatuur van het water aardig wat graden hoger was dan in Newcastle (zo rond de 25 graden) was dat goed vertoeven! Hoewel we wilden koken die avond kwamen we tot de ontdekking dat alle supermarkten letterlijk maar tot half 6 open waren (en wij waren dus te laat...). Dan maar bij een cafe naar binnen. Dit bleek echter een ‘club’ te zijn; niet een dansclub maar een soort uitgaansplek voor een wat ouder publiek met casino en sportcafe etc. Een wat luxere bedoening dus, en niet echt bedoeld voor twee verwaaide meisjes op slippers en het zand nog aan voeten en benen. Gelukkig was de goedlachse bewaker wel in voor wat verandering en regelde hij dat we even later lekker (en toch best goedkoop) wat konden eten.

We noemden het zojuist al even, Fraser Island, maar dat was ook de reden waarom we naar Hervey Bay gekomen waren (en absoluut niet voor de supermarkten met vroege sluitingstijd).

Fraser Island is met zo’n 122 km lengte het grootste zandeiland ter wereld! En ondanks dat het puur uit zand is opgebouwd (wat al een erg onwerkelijk idee is), is het landschap toch erg afwisselend, van regenwouden tot zoetwatermeren tot mangrovebossen en duinen. Dat moesten we zien! We hadden eerder al besloten om de dagtour te doen die Maartje ons had aangeraden. We werden vroeg opgehaald door het tourbusje en bevonden ons even later samen met de andere mensen van de tour op een boot richting Fraser Island.

De groep was relatief klein, waardoor er veel plek was op de boot en je overal lekker kon gaan zitten. Geweldig om voorop het dek te zitten en uit te kijken op de eindeloze oceaan. En dat bij een heerlijk zonnetje en strakblauwe lucht. Het was nog een aardig eindje naar Fraser Island, en onderweg zagen we op meerdere plekken dolfijnen zwemmen, ook een moeder met baby-dolfijn!

Het zand op het eiland was heel anders dan het ‘gewone’ zand dat wij gewend zijn: nog veel witter en heel fijn. Ook zijn er zogenaamde ‘coffee rocks’ op het eiland te vinden; deze rotsen bestaan simpelweg uit zand dat lange tijd wordt samengeperst. We hebben wat korte wandelingen gemaakt op het eiland en in één van de kreekjes gezwommen die richting zee stroomde. Dat was heel apart: het zoete, drinkbare (en tea-tree bevattende) water was namelijk stukken kouder dan het zeewater een paar meter verderop, omdat het rechtstreeks uit een ondergrondse bron onder het eiland omhoog komt. Wel even lekker verkoelend dus!

Vanuit een ander strandje op het eiland hebben we daarna gesnorkeld; tussen gigantische scholen visjes door, over enkele pijlstaartroggen, die stil op de bodem lagen (...te loeren naar ons?!) of onder ons zwommen, en in de buurt van een zeeschilpad die met zijn trage zwembewegingen goed te volgen was. Erg bijzonder!

Na de uitgebreide BBQ lunch konden we ons nog uitleven in een kayak (op een kreekje op het eiland dat tussen mangrovebomen door liep), op een paddleboard, en hebben we onze longen kapot geschreeuwd terwijl we met naar ons gevoel honderden km/uur op een soort luchtbed achter een speedboot werden aangetrokken... Om even bij te komen van dat laatste hebben we nog even in een zogenaamde ‘waterhole’ gelegen met de hele groep; daar was de kreek wat dieper en de stroming sterker. Op de terugweg ging het opeens enorm plenzen en waren onze spullen wel aardig doorweekt. Maar dat was nog niet eens zo’n ramp; onze vrij ernstig verbrande huiden waren meer een probleem, ook omdat dit steeds meer pijn ging doen naarmate dag vorderde. We hadden geen hoedjes of petjes meegenomen en wel enkele pogingen gedaan met de zonnebrandcreme, maar omdat we vaak weer snel het water in gingen was dit niet genoeg geweest. ’s Avonds dus flink onder gesprayed met after sun. En toch waren we enigszins trots dat dit eigenlijk de eerste keer was dat we écht erg verbrand waren! Blijkbaar deden we tot dan toe toch wel iets goed met insmeren. Hoe dan ook, verbrand of niet: het was een zeer geslaagde dag, en iets wat we niet snel meer zullen vergeten!!

Na deze geweldige ervaring stond twee dagen later ons noordelijkste punt van de reis op het menu: the Town of 1770 (ja, zo heet het echt). Heel bijzonder tijdens de hele reis is dat we eigenlijk wel elke dag door een ander landschap reden, en ook hier was het weer anders en prachtig! Echt een regenwoud zoals je je een regenwoud voorstelt met een erg hoge vochtigheidsgraad. Maar daar kwamen we niet echt voor: vanaf hier zouden we namelijk naar Lady Musgrave Island gaan: een van de meest zuidelijke punten van de Great Barrier Reef! Dus zaten we alweer vroeg op een boot, alleen was deze wel wat drukker en moesten we over de open zee... De gevolgen hiervan werden al snel duidelijk: reispilletjes gingen als warme broodjes over de toonbank en de kotszakjes lagen vrijgevig over alle tafels verdeeld. Gelukkig hadden wij nergens last van zolang we maar star naar buiten bleven kijken en vooral niet naar de kotsende mensen. Hoewel ook de geluiden niet echt prettig waren...

Maar na 1,5 uur waren we er dan: de Great Barrier Reef! Wat ontzettend prachtig, dat is eigenlijk niet in woorden te beschrijven (dus zie foto's)!

Het tourbedrijf heeft daar standaard een ponton liggen vanwaar je kan snorkelen en zoals in een aquarium door ruiten te kijken naar de onderwaterwereld. Maar eerst gingen we met een hele groep Chinese toeristen (die geen Engels spraken, waardoor hun gids steeds Chinees door de Australische gids heen kakelde) op een boot met glazen bodem, waardoor we de schoonheid en vele kleurige en gevarieerde vissen en koraal goed konden observeren. Dat beloofde wat voor het snorkelen!

Na een bezoekje aan Lady Musgrave Island zelf, die ook een erg boeiende ecologie (met o.a. heel veel vogels!) en prachtige natuur had, doken we met onze snorkel-outfit (en deze keer goed ingesmeerd) het water in. Het was ontzettend mooi om tussen al die verschillende tropische visjes, het felgekleurde koraal en zeeschildpadden te zwemmen! Vooral de vele schildpadden waren de ervaring van ons leven: er lagen er wel tien op wat rotsen op de bodem in een zogenaamd 'schoonmaak-station': hier gaan ze liggen waarop er dan allemaal visjes komen die algen van hun schilden eten. Echt een soort spa voor ze dus! Af en toe komen ze boven water om adem te halen, lekker langzaam en chill waardoor we ze goed konden volgen en bekijken (overigens wel van een gepaste afstand natuurlijk). Na een tijdje moesten we helaas toch weer naar het vaste land, maar wel met deze geweldige ervaring rijker!

Omdat de tijd toch wel enigszins op begon te raken, reden we de volgende dag in zo'n 6 uur in een keer weer richting het zuiden: naar Brisbane. Daar waren we uitgenodigd door een vriend van Daphne (Mark) die zij een paar jaar geleden in Zuid-Amerika had ontmoet. Hij bleek al snel een uitzonderlijk goede gastheer te zijn, die er echt alles aan deed om het ons naar ons zin te maken. Mark beheert een autoverkoopbedrijfje samen met een vriend en bood ons gelijk aan om even goed naar onze auto Sisi te kijken. Toen bleek in wat voor slechte conditie Sisi was en hoe ongelooflijk veel geluk we hebben gehad: een snelle check van het olie peil onthulde namelijk dat er, op wat zwarte prut na, absoluut geen olie meer in de motor zat! Mark wilde de auto niet eens meer naar zijn garage rijden zonder er eerst wat olie in te doen, omdat hij ervan overtuigd was dat de motor elk moment kon ontploffen. Ons geluk nog nauwelijks beseffend nam hij ons ook nog eens mee uit eten naar de heerlijke Thai bij hem om te hoek. Wel na in de slijterij eerst een fles wijn te hebben gekocht, die gewoon naar het restaurant mee ging en waarvoor de Thaise serveersters zelfs wijnglazen neerzetten! Dat is blijkbaar dus hartstikke normaal in Australie...

Na een heerlijke nacht op het gigantisch luchtbed in Mark's mooie appartement, gingen wij Brisbane in, waar we ook weer hadden afgesproken met Maartje en Bonnie en haar zus, die heel toevallig ook allemaal daar waren! Ondertussen zou Mark de auto van onder schoonmaken, een jerrycan met olie regelen en de auto meenemen naar zijn 'garage-mannetje', om Sisi eens goed na te laten kijken. Dit ook omdat Sisi blijkbaar een nogal vreemd geluid maakte, iets wat ons al sinds zo'n 1500 km irriteerde en waardoor we elkaar amper nog konden verstaan als we 60 of 100 reden... Niet zo fijn aangezien je in Australië veel 60 en 100 limieten hebt, maar wij er (bijna) zeker van waren dat dit kwam doordat Sisi niet meer de jongste was. Hoewel we wel een beetje in spanning waren over wat er uit de controle kwam, vermaakten we ons prima die dag. Echt ongelooflijk aardig dat hij dit deed voor ons en we zijn hem daarvoor dan ook heel erg dankbaar! Echt een goed voorbeeld van hoe aardig de gemiddelde Australiër is.

Brisbane is een erg aangename en sfeervolle stad met vele mooie parken, een mooie boulevard en ondanks dat het niet aan de kust ligt was er een soort stadsstrand aan de rivier. Na wat rondwandelen, een lange boottocht over de rivier en een gezellig etentje in het hostel van Maartje en Bonnie moesten we nu echt afscheid nemen! Voor Maartje was het namelijk de laatste dag in Australië, dus erg onwerkelijk.

Voor ons was er nóg iets erg onwerkelijk en nogal schrikbarend toen we thuiskwamen: Mark vertelde ons namelijk dat de wiellagers niet meer goed waren en absoluut vervangen moesten worden, zeker als we de auto nog wilden verkopen, want ze kunnen alleen nog maar slechter worden. Waarschijnlijk heeft de auto voordat wij hem kregen veel door water of over zand/grindpaden gereden, en heeft dit de beschadigingen in de lagers veroorzaakt. Hoe dan ook, dat zou een duur grapje worden! Mark vertelde ons dat het vervangen van de wiellagers in Australië normaal gesproken zo’n 800/900 dollar (ong. 550-600 euro!) zou kosten, maar dat hij een vriend, reparateur, kende die het voor minder zou doen, namelijk 500 dollar. We waren nog maar net bekomen van de schrik, maar kwamen al vrij snel tot de conclusie dat we dit wel moesten aannemen; de eerste beste autodealer hadden we niet geloofd maar Mark konden we hierin wel vertrouwen. Dus was de afspraak gemaakt; na een snelle koffie met Mark werd de auto de volgende ochtend gerepareerd terwijl wij wat bij een shopping mall rondhingen. En wat reed hij daarna HEERLIJK!!! Het leek alsof hij over de weg gleed of vloog, echt een enorme verbetering! Geen enkel geluid meer, en ook wel belangrijk: we konden elkaar EN de muziek weer horen. Hierna namen we afscheid van Mark en bedankten hem uitgebreid voor alles; hij heeft ons en de auto echt gered en we willen er echt niet aan denken wat er was gebeurd als Mark niet zo geweldig aardig was geweest. Daarnaast hebben we ook genoten van zijn gezelschap en gastvrijheid, en hopen hem ooit weer eens te zien!

Thanks Mark!

Laughing

Na dit alles reden we vol goede moed richting onze laatste stop: Nambucca Heads. We verbleven daar op een camping, maar omdat we in het donker aankwamen en ’s ochtends vrij vroeg weer vertrokken hebben we er niet heel veel van gezien. Het was er overigens wel lekker rustig (waarschijnlijk omdat de vakantie voor veel Australiërs ten einde liep). Na de volgende dag nog uitgebreid op het strand te hebben gelegen en in de zee te hebben gezwommen moesten we helaas toch op huis aan! Dat was wel met enige tegenzin, maar aan iedere vakantie komt een eind. We kwamen zaterdag later op de dag thuis en hebben de rest van het weekend nog wat gewassen, opgeruimd en gerelaxed. Maandag zou immers onze laatste 3 maanden stage ingaan!

Inmiddels zijn we alweer druk aan de gang met onze projecten. En het gaat nog aardig druk, maar ook leuk worden! Maar hierover meer in de volgende blog. Voor nu een hele fijne zondag!

Cheers,
Daphne & Nienke

Reacties

Reacties

patricia

Weer genoten van jullie mooie avontuur. Succes met de laatste maanden stage. X

tantutje

Ik beloof hierbij plechtig, dat ik jou, Daphne, nooit zal plagen met die radio die ineens keihard ging spelen....kostelijk, dat wel! Ik garandeer niks trouwens wat dat plagen betreft....maar wel fijn, dat Mark jullie zo geholpen heeft en dat jullie dankzij hem niet met een knal de lucht in zijn gegaan! Jullie hebben vast 2 beschermengeltjes mee uit Nederland genomen, dat kan niet anders! Veel plezier nog, meiden en wat weer een leuk verhaal!!

Maarten

Weer een mooi verhaal! Aardig dat Mark jullie geholpen heeft, hij lijkt wel wat op onze neef Michiel :D

Sophie van Dongen

Wat een geweldig verhaal wederom! Ik vond het superleuk om te lezen dat jullie zo gastvrij en heldhaftig onthaald zijn bij Mark in Brisbane, daar had ik graag bij willen zijn! Over dat lot van Sisi (vóór het probleem met de wiellagers) wil ik straks in Nederland nog wel meer horen; denk maar niet dat jullie er zo makkelijk vanaf komen!! ;) Maar goed, misschien moet ik ook maar eens mijn rijbewijs halen...
Heel veel liefs, dit keer vanuit Nederland. Geniet maar lekker van de zomer!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!