Daphne-en-Nienke-Down-Under.reismee.nl

The Great Kiwi road trip

Lieve allemaal,

We hadden het in onze vorige blog al even over onze aankomst in Nieuw-Zeeland, maar toen wisten we nog niet wat ons allemaal voor avonturen te wachten zouden staan. Inmiddels zijn we zo'n drie weken verder en hebben we Nieuw-Zeeland helaas alweer achter ons gelaten. Tijd dus voor een verslag van onze 'Great Kiwi Roadtrip'! Want kiwi's zijn vanaf nu niet alleen maar fruit voor ons; in Nieuw Zeeland kan het verschillende dingen betekenen (dus moet je oppassen wat je zegt...), voornamelijk omdat de kiwi een beschermde vogelsoort is die alleen in Nieuw Zeeland voorkomt en dus als een soort nationaal dier wordt beschouwd. Zelfs de Nieuw Zeelanders zelf worden in de volksmond kiwi's genoemd. Maar genoeg gekletst; laten we maar beginnen aan ons verhaal!

Noordereiland

Na een nachtje in een hostel buiten Auckland konden we de volgende ochtend gelijk onze campervan ophalen; 4,5 meter van aan pracht en praal en hopelijk ook comfort... Na een snelle uitleg van de over de campervan gingen we dan echt op weg! Oh ehm... hoe haal je hem van de handrem? Enne... in welke 'D' van de automaat moet ik hem zetten? Aha ok! Nou, NU gaan we dan echt! :)

Een hele duidelijke planning hadden we nog niet, maar wel duidelijk dat onze eerste stop Hobbiton was: het land van Bilbo, Frodo en Lord of the Rings. We kregen een uitgebreide rondleiding en zelfs een 'pint' in de 'Green Dragon'; we waanden ons helemaal in de hobbit wereld.

We leerden dat deze set na verfilming van The Lord of The Rings speciaal herbouwd was voor 'The Hobbit' en daardoor nu dus ook te betreden voor tours. Erg leuk om te zien en zeker om het te vergelijken met hoe het er in de films uitziet. Voor de Lord of the Rings fans onder jullie; wisten jullie dat mannen uit het Nieuw-Zeelandse leger zijn ingezet om Orks te spelen? En dat Peter Jackson de miljoenen Nieuw Zeelandse huis-tuin-en-keuken schaap niet goed vond voor de films en er dus speciaal uit Engeland schapen moesten komen? Dat, en nog veel meer grappige weetjes, kregen we te horen tijdens de tour.

's Avonds onze eerste echte test voor onze campervan. Gelukkig is een camping vinden in Nieuw Zeeland niet al te moeilijk (er zijn misschien wel meer toeristen dan inwoners in Nieuw Zeeland...) en ook hier zijn de campings net als in Australie van alle gemakken voorzien. Sommige aspecten van de campervan waren even uitzoeken en wennen, maar al snel lagen we aan het stroom en hadden we ons ingenieus weggestopte uitklapbare bed gevonden.

Een leuke bonus (vooral op het Noordereiland) zijn de vele natuurlijke 'hot pools' overal en deze waren dus vaak ook (gratis) op campings te betreden. Misschien ook niet zo gek aangezien het Noordereiland voornamelijk uit vulkanische grond bestaat. Als we op een camping aankwamen duurde het dan meestal ook niet lang voordat we ons in onze bikini hadden gehesen en heerlijk in een warm bad lagen, starend naar de sterren. De baden waren erg warm, alleen andere aspecten van Nieuw-Zeeland niet zo; vooral de eerste paar nachten op het noorderleiland waren wat koud door de cycloon die voorbij raasde. Na een ernstig koude eerste nacht in ons busje stond de daarop volgende nachten dan eigenlijk ook altijd ons lekkere kacheltje aan in de camper!

De volgende stop was ook een erg leuke: de Waitomo grotten. Dit zijn erg uitgebreide grotten die vooral bekend zijn door de vele lichtgevende 'glimwormpjes' die je daar kan zien.

Er zijn allerlei activiteiten die je daar kan ondernemen, maar wij kozen natuurlijk het aller-avontuurlijkste pakket dat er was! ;) Erg gaaf, maar dit betekende wel dat we ons allemaal van top tot teen in ijskoude en natte wetsuits moesten hijsen waarna we 30 meter door een nauwe ingang de grotten in moesten abseilen, ijskoud water in moesten springen (ofwel gelijk aan een gapende zwarte diepte) en hier langere tijd door heen waden of zwemmen, meedere watervallen beklimmen en ons op onze buik (of in welke positie dan ook) door de smalste spleetjes wringen.

De glimwormpjes waren wel heel erg bijzonder, en zaten overal op de wanden van de grotten; we dreven een tijdje door de grotten in een opblaasband en zagen overal om ons heen kleine lichtjes: net een sterrenhemel! Helaas werden we al snel weer uit onze droom geholpen door onze gids: glimwormen zijn niet zozeer lichtgevende wormpjes als dat het het lichtgevende poep van een soord maden is! Lekker dan...

Moe maar voldaan reden we weer door naar onze volgende, lichtelijk stinkende, bestemming: Rotorua. Nu wisten we waarom onze collega's in Newcastle ons zo waarschuwden over de 'lekkere' geur daar! Rotorua staat bekend om de hotsprings en alle aan de oppervlakte borrelende geisers en gecentreerde vulkanische activiteit die daar duidelijk aanwezig is. Zo zijn we naar een 'Hot Water Beach' gegaan, waar aan een strandje het hete water van geisers zo omhoog gutst, zowel onder water als vanaf de kant. Dit klinkt heerlijk, maar omdat het water niet al gemixed is zoals in de hot springs of warme baden waar je voor betaald kon je je voeten aardig verbranden op de plekken waar het water direct omhoog kwam. Terwijl de rest van het water toch wel koud was. In het water zitten werd hem dus niet, maar zittend op het warme stomende zandstrand was ook niet verkeerd, uitkijkend op het dampende water en een opkomende zon. En tja...aan die geur wen je na een tijdje wel... :)

Na een mooie wandeling daar zijn we die avond toch ook nog maar even naar een betaalde hot spring gegaan (samen met 3 bussen vol Indiers en Chinezen). Hierna hadden we wel weer even genoeg gebadderd en na de volgende dag nog een bezoek te hebben gebracht aan een geothermaal park met kleurige kraters, geisers, grote borrelende meren (plus de grootste hot spring in de wereld!), reden we weer wat zuidelijker; naar Tongariro National Park. Rijdend door eindeloze vlaktes omgeven met bergketens kwamen we aan in het kleine gehucht daar; meer dan een camping, informatie service, hotel en restaurant was er eigenlijk niet. We waren gekomen met maar 1 doel voor ogen, namelijk de Tongariro Crossing lopen, oftewel een dagtocht over de craters van vulkanen heen! De volgende ochtend stonden we dan ook vroeg naast ons uitklapbed en werden we samen met een hele groep gedropt bij het beginpunt van de wandeling. Eten? Check. Water? Check. Muts? Check. Handschoenen? Check. Warme trui en jas? Check. De waarschuwingen onderaan de berg voor extreme condities bovenop de berg waren inderdaad niet voor niks geweest; die muts en handschoenen kwamen zeker van pas!Omhoog naar de top was het grotendeels zonnig, met mooie vergezichten, maar wat verder boven werd het erg mistig en zagen we alleen nog maar het paadje over de bergkam waar we op naar boven liepen...

Eenmaal boven zagen we helemaal niets meer terwijl er (volgens andere beklimmers) een prachtig uitzicht zou moeten zijn. We besloten om te wachten, zodat hopelijk de mist nog optrok. Zaten we daar, wachtend op zo'n 2000 m hoogte, maar uiteindelijk nog best relaxed; uit de wind en op van nature warme grond (de damp kwam er vanaf!) waardoor het helemaal niet zo koud meer was! Meer mensen besloten te wachten, en het betaalde zich uit; het moment dat die mist na drie kwartier toc nog optrok (wat letterlijk gebeurde binnen 5 seconden) was extra speciaal omdat we er zo lang op gewacht hadden! En omdat het een geweldig uitzicht was; de blauw groene meren en een grote krater ver beneden ons waren opeens heel helder zichtbaar.

De rest van de wandeling was ook heel erg mooi en afwisselend, al waren we na de laatste 3 uur constant naar beneden wandelen toch ook wel weer blij toen we de finish bereikten. Moe maar voldaan stapten we de shuttle weer in.

De volgende dag bereikten we onze laatste bestemming op het noordereiland; Wellington, een gezellig stadje aan de haven dat we nog even verkenden voordat we de ferry opreden en een 2.5/3 uur durende overtocht naar het zuidereiland maakten!

Zuidereiland

Via Nelson reden we naar Abel Tasman National park, wat we bewonderden vanuit onze kayak, en waarover onze enthousiaste gids vanalles te vertellen had. Hij had ook veel wildlife gespot in de tijd dat hij daar werkte, zoals pinguins, walvissen, dolfijnen, zelfs orka's. Hoewel we die allemaal niet zagen, troffen we wel allerlei ander leven waaronder zeeleeuwen die lekker languit gezakt op hun rotsen naar ons omkeken. Toen we verder reden langs de kust zagen we ook spelende baby-zeehondjes, en passeerden we prachtige stranden met grote rotsen en grotten.

Ook kwamen we langs 'Farewell Spit', dit is een lang stuk land dat uitsteekt en waar elk jaar opnieuw walvissen stranden omdat ze deze onverwachte 'muur' niet zien aankomen.

Het werd nu even flink en lang doorrijden; we wilden langs de westkust van het zuidereiland, wat een erg lang stuk is, maar waar zich relatief weinig steden of stopplaatsen bevinden. Wel echt een prachtige tocht met aan de ene kant de woeste kust en de andere ontzagwekkende, met sneeuw bedekte bergketens (eigenlijk kunnen we ons niet meer een weg bedenken op het Zuidereiland die niet spectaculair was). Over lekkere kronkelende weggetjes, waarvan we dachten dat het maar beter was dat onze ouders het niet konden zien, reden we naar een tussenstop: de 'Pancake rocks'. Deze zijn zo genoemd omdat ze uit laagjes bestaan zoals een stapel pannekoeken. Maar dat was niet alles; door de kracht van het water waren er tussen deze rotsen 'blowholes' ontstaan, oftewel gaten waar het water bij vloed met heel veel kracht omhoog wordt gestuwd en omhoog spat. Erg spectaculair hoe hoog het water de lucht in gaat en wat een onheilspellend lawaai het maakt als het water tegen de rotsen beukt!

Na een lekkere koude douche gingen we weer verder; op naar Franz Josef. Er is hier eigenlijk maar 1 hoofdattractie: de gletsjer. Ijsklimmen hier stond hoog op ons verlanglijstje, maar helaas bleek al snel dat dit niet in ons budget viel: doordat de gletsjer de afgelopen jaren is gekrompen kan je er alleen maar met een (dure) helicopter naar toe. We kozen dus maar voor een wandeling door de vallei om de gletsjer toch nog van wat dichterbij te kunnen bewonderen.

De volgende stop was wel weer een roteind rijden (6 uur!), maar het absoluut waard door weer eindeloze prachtige uitzichten en Queenstown als eindbestemming. Echt een sfeervol stadje, en weer enorm veel gericht op extreme sporten zoals op veel plekken hier in Nieuw-Zeeland. Denk aan bungeejumpen, raften, skydiven, hang/paragliden en aan een touw door een kloof slingeren... We hadden dit natuurlijk allemaal graag willen doen als het gratis was geweest maar de bodem van onze portomonnees was nu toch al aardig zichtbaar na zoveel maanden... Toch kozen we uiteindelijk de meest avontuurlijkste (en ook wel gevaarlijkste) activiteit uit van allemaal zonder al te veel te spenderen; we besloten te gaan rodelen! Eerst met de gondola en skilift naar boven, en dan met een soort skelter over een circuit over een zeer bochtige weg keihard weer naar beneden. Het spreekt voor zich dat dit levensgevaarlijk was (wel voor ons in ieder geval) en uit veiligheids redenen hebben we hier dan ook geen foto's van...

's Avonds wilden we voor de wereldberoemde 'Fergburger' gaan, een hamburgertent, maar schrokken nogal van de lange rij (tot aan de andere kant van de straat...) en gebrek aan zitplaatsen. Dus besloten we maar dat een hamburger voor lunch de volgende dag ook wel een voedzame keuze zou zijn. En hoewel de rij niet minder lang was tijdens de lunch, hebben we toch de wereldklasse burger kunnen proeven; het was voortreffelijk!

Na dit culinaire hoogstandje was het tijd voor het zuiderlijkste puntje van onze reis: Te Anau. Dit was eigenlijk meer een tussenstop voor ons om naar Milford Sound door te reizen, waar we een cruise door de fjorden gingen doen. De weg naar Milford Sound is een van de mooiste routes van Nieuw Zeeland en ook de boottocht door de fjorden was een lust voor het oog. De nevelige mist en flarden wolken maakten de uit het diepe water oprijzende bergen extra mysterieus, al was het jammer dat de zon niet scheen.

Aan de andere kant hadden we ook wel geluk met het weer; voordat wij kwamen was er meer dan 500ml regen in 24 uur gevallen, wat voor de toeristen voor ons niet zo leuk was maar wat voor ons betekende dat er uit alle mogelijke gaten en scheuren in de bergenhellingen duizenden watervallen kwamen. Van kleine kletterende stroompjes tot wilde denderende watermassa's (waar we ook even onder konden douchen). Het regent overigens erg veel in het zuiden; er werd ons verteld 2 van de 3 dagen! Milford Sound zelf was best wel een eindje van de 'bewoonde' wereld (geen bereik!) en bestond eigenlijk alleen uit een informatie centrum en een haventje, maar voor de nacht vonden we toch nog een heerlijk afgelegen maar erg knusse en gezellige lodge waar we even helemaal tot rust konden komen. De dag daarop liepen we nog een track naar een bergtop waar we prachtige uitzichten op besneeuwde toppen, bergketens en gletsjers konden aanschouwen, waarna we terugkeerde naar de bewoonde wereld; Te Anau.

Daar aangekomen ondervonden we dan eindelijk die 4,5 meter van campervan pracht toen de achterkant van onze campervan een boot van wel heel dichtbij kon bekijken... Een BOOT vraag je?! Ja, een boot... En we waren niet eens in de buurt van water (gelukkig!). Want als je aan je ene kant een wilde groep chinezen probeert te ontwijken, en aan de andere kant goed oplet of er een auto aankomt van achteren, kan het zomaar zijn dat je de dodo die zijn auto met een boot in de aanhang zomaar voor 4 of 5 parkeerplaatsten aan de kant zet, helemaal mist! En als de boot dan net niet te zien is door de achteruitkijk spiegel is het BOEM, waarna je verschrikte blikken met elkaar uitwisseld en de schade maar gaat opnemen. Gelukkig viel het voor de boot mee, en ach... wie heeft er nou twee achterlichten nodig? Wat ductape erop en we konden weer door. Wel fijn trouwens dat we 0 euro eigen risico hadden...

Na dat ook weer meegemaakt te hebben reden we richting Wanaka, een schattig plaatsje aan een meer dat beetje de sfeer had en oogde als een wintersport oord. Helaas, geen sneeuw toen wij aankwamen, maar wel een heerlijke zon die al die tijd bleef schijnen; tijdens de cappuccino op het terrasje vol met locals en tijdens onze avontuurlijk mountainbike trip de volgende dag, die over spannende paadjes langs het Wanaka meer liep en begeven was met gele, oranje en rode bomen. De herfst geeft echt een extra dimensie aan de al zo indrukwekkende landschappen in Nieuw-Zeeland!

Na ons nog te hebben vermaakt in 'Puzzle world', een grappig museum in Wanaka waar niets is zoals het lijkt en waar allerlei verwarrende illusies en gezichtsbedrog centraal staan, reden we naar onze op een na laatste stop: Mount Cook National Park!

Dat was nog wel een eind rijden; lange tijd reden we door eindeloze vlaktes en zagen we hoe Mount Cook, de hoogste berg in Nieuw-Zeeland, en de omliggende gigantische besneeuwde bergketens langzaam overal om ons heen oprezen. Nu voelde het echt alsof we in the middle of nowhere waren; het was pikdonker, we kwamen lange tijd nauwelijks enige lichten, huizen of auto's tegen en dus stopten we bij de eerste beste camping omdat we niet wisten of we nog wel langs eentje zouden komen. De volgende dag aanschouwden we het nationale park en de hele omgeving bij daglicht; de zon scheen non-stop terwijl we onze weg vonden op een mooie track naar de voet van Mount Cook en tot aan de rand van een gletsjermeer waar giga stukken ijs van de aangrenzende gletsjer in ronddreven.

Via het diepblauwe Tekapo meer was het daarna een lange (laatste) zit naar Christchurch. We hadden onderweg al wel wat verhalen gehoord over Christchurch en wisten dat het niet nodig was er heel lang door te brengen vanwege de recentelijke aardbevingen. Toch vonden we het wel een beetje jammer dat we helemaal niets van Christchurch meer konden zien; we kwamen in het donker aan op een camping vlakbij het vliegveld en moesten de volgende dag al vroeg onze geliefde (maar enigszins gehavende) campervan weer inleveren om vervolgens onze vlucht van Christchurch naar Auckland te halen. Het was niet altijd even ruim in onze campervan en er waren de nodige ergenissen zoals bijvoorbeeld wanneer iemand weer iets was vergeten nadat we het bed al hadden uitgeklapt (we moesten alles dus wel goed plannen), maar het was een geweldige manier van reizen; de compacte indeling, het fornuis, koelkast en zithoekje waren erg fijn en we konden overal onderweg even stoppen bij mooie punten en onze eigen routes plannen. We zouden het dus aan iedereen aanraden om op deze manier te reizen (en nee, dit is geen reclame ;))! Maar neem wel een wat grotere camper als je met meer dan 2 bent.

In Auckland hebben we ook nog twee nachtjes in een hostel doorgebracht. De wandeling op het nabijgelegen vulkanische eiland Rangitoto was erg mooi; vanaf de top van de vulkaan hadden we een panoramisch uitzicht over Auckland en omgeving en we begaven ons in lavagrotten die zich op het eiland bevonden.

Auckland zelf was voor ons 'gewoon' een stad; niet heel bijzonder verder maar wel een paar gezellige straatjes en cafeetjes. Helaas moesten we na die 2 nachten toch echt afscheid nemen van Nieuw-Zeeland en begon onze uiterst lange terugreis bestaande uit totaal 4 vluchten... Waaronder 18 uur wachten in Taipei (wat overigens uitermate geschikt is voor het schrijven van een blog...!).

En dat was het dan voor onze grote avontuur! We vinden het leuk dat jullie ons over de hele wereld gevolgd hebben en kunnen niet wachten om jullie (al heel erg snel) eindelijk weer te zien! :)

De Kiwische groetjes,

Nienke & Daphne

Dag Australie, hallo Nieuw-Zeeland!!

Daar zijn we dan: het laatste deel van onze reis is aangebroken. Nu is het tijd om 'Middle-Earth' te gaan verkennen en in de voetsporen van Frodo te treden. Met andere woorden: ons avontuur in Nieuw-Zeeland kan beginnen!

Maar eerst nog even over ons dramatische afscheid van onze vrienden, collega's en Newcastle:

Twee weken geleden was dan het uur van de waarheid aangebroken: we hadden allebei ons eindgesprek en moesten een presentatie geven. De presentaties gingen goed en na lovende woorden van Clare Collins (onze begeleidster) kregen we voor ons werk de afgelopen maanden ook hele mooie cijfers. De week daarna stond in het teken van alles afronden, afscheid nemen en tussendoor ook nog even optimaal van Australie genieten. Nienke had nog wat laatste deelnemers om op te meten en had 2 dagen voor het eind van de stage 118 mensen voorbij zien komen! Daphne was nog wel druk bezig met de voorbereidingen van de pubicatie van haar artikel, dat nu door andere mensen wordt bekeken waardoor ze het misschien kan publiceren als ze terug komt. Met Pasen hebben we ook nog even optimaal genoten van Australie; het weekendje Blue Mountains was erg gezellig en geslaagd, de minstens 30 soorten wijn die voorbijkwamen op wijntour in de Hunter Valley waren zeker een succes en het dagje strand waarin we voor het laatst de enorme woeste golven in doken was weer even als vanouds en een boost voor onze vitamine D levels. De herfst maakte de laatste weken namelijk toch wel dat het wat vaker regende, het 's avonds iets kouder was, en ook sneller donker.

Afscheid nemen ging niet in een keer: we hebben wel zo'n 4 of 5 keer moeten doen: het begon met een etentje bij Clare thuis en later die week een 'morning tea' met de rest van de afdeling waar Clare ons bedankte voor onze inzet. Iedereen dacht toen dat we al weggingen die week, maar aangezien we die week erna nog vrolijk kwamen binnenlopen voor onze laatste dagen kregen we nog wat verbaasde blikken. Om het goed te maken hadden we op onze echte laatste dag nog maar een taart gebakken en diezelfde week hadden we ook nog een heerlijke high-tea bij de meest gewedige chocolaterie van Newcastle met Tamara, Magda en Emilie (de nieuwe Nederlandse stagaire die het stokje van ons overneemt).

Ook de sangria en zelfgebakken taart die we tijdens een feestje bij Magda thuis kregen die week waren heerlijk! Aan de ene kant erg fijn om klaar te zijn met de stage en een nieuw avontuur tegemoet te gaan, maar aan de andere kant ook wel moeilijk en verdrietig om iedereen gedag te moeten zeggen! Je hebt toch een leven opgebouwd en vrienden gemaakt, van wie je sommigen misschien wel nooit meer zult zien. Het viel twee van onze collega's blijkbaar zo zwaar dat ze ons op onze laatste dag zelfs nog een PhD aanboden! Helaas was over twee maanden beginnen toch wel een beetje snel geweest... Na een knuffel en laatste afscheidsronde was het dan echt zo ver en gingen we richting huis om ons te storten op de onmogelijke taak om alle troep die we in de 5 maanden verzameld hadden in te pakken. Helaas hadden we een limiet van 30 kg, wat resulteerde in veel weggeven en andere mensen onze troep opdringen inclusief zakken vol met eten. Onze huisgenoot (plus de duizenden kakkerlakken en familie muizen) waren vast en zeker ook erg blij met de etensresten. Naast alle inpakstress kwam er echter nog een stress-factor bij en bleek opeens dat we onterecht nog 3 weken extra aan huur moesten betalen! Na veel geonderhandel met de makelaar en veel heen en weer rijden (Rutger, bedankt!!) naar hun kantoor kregen wij ons gelijk en liep het met een sisser af. Het vertrek uit Australie werd ons dus wel even net zo moeilijk gemaakt als de aankomst...

En dan moesten we er toch aan geloven: eerst het vertrek naar Sydney waar we nog een nachtje in een hostel verbleven (wat een gesjouw met onze bijna 30kg zware koffers...) en vandaag dan naar Nieuw-Zeeland gevlogen. Hier zijn we gelijk lekker in een cycloon terecht gekomen, maar met een warme kop chocolademelk bij het haardvuur zitten is ook wel eens lekker. We zijn nu net op weg met onze campervan.... en niet meer te stoppen! ;)

For our Australian/English readers:

We just want to thank you again for an amazing time in Australia. It wouldn't have been half as great without each and everyone of you. We think we were pretty lucky to have been part of the department and to have met you all.

We've made some awesome friends and it breaks our heart a little that now we have to leave already (time flies when you're having fun). We understand it will be hard to move on without us and you probably don't know what you will do without us and our delicious pies :p

For us it will also be difficult without you: we'll miss our daily lunches, Thursday pumps, coffee breaks with a lot of laughs, surfing lessons (and online watching), teaching weird Dutch words and sentences, great days at the beach and last but not least: unforgettable adventures in the spectacular Blue Mountains!!

We hope to see you again some day (hint: the Netherlands is a beautiful country... ;))

Lots of love,

Veel liefs,

Daphne en Nienke

Je bent geen Australiër totdat je...

Hallo allemaal!

Onze laatste blog is alweer een tijdje geleden! Maar dat komt ook wel omdat het ‘gewone ’ leventje hier is begonnen en we nu ‘normale’ werkende mensen zijn ;) Hoewel... we kunnen de zonnige weekenden gevuld met strand, surfen, paardenraces, dagjes Sydney en nog meer niet echt normaal noemen natuurlijk. Inmiddels is het hier herfst, maarja, herfst betekent hier natuurlijk niet hetzelfde als in Nederland en daarom lacht het zonnetje ons nog vrolijk toe.

Zoals we al even beschreven in onze vorige blog; na terugkomst van onze roadtrip begon de stage voor ons gevoel dan ook wel echt! Het was wel even inkomen zeg! Bij Nienke begon haar onderzoek en het zoeken naar deelnemers en Daphne moest nu toch echt aan de slag met haar analyses. Helaas was het deelnemers vinden voor Nienke nog niet echt makkelijk: er waren nauwelijks studenten op de uni omdat het nieuwe schooljaar nog niet begonnen was. Inmiddels is dat wel anders! Eind februari begon het eerste semester en waren er dus ongeveer 6000 meer mensen op de campus! Even wennen voor ons dus, want het was in een keer een drukker vergeleken met wat we al die tijd gewend waren! Ook wel lastig ’s ochtends op de fiets: bijna iedereen komt hier lopend of met de auto naar de uni, waardoor we ons letterlijk zigzaggend een weg moeten banen over het fietspad (lekker verwarrend: de buitenlanders lopen rechts en de Australiërs links...) of we eeuwen staan te wachten bij een kruispunt: er staan al files vanaf de snelweg en weinig auto’s lijken zin te hebben om voor je te stoppen. Ook worden er uit parkeerplaats-schaarste vaak zelfs auto’s midden op het enige fietspad neergezet! Australiers kunnen duidelijk niet goed omgaan met het fietsverkeer...

Gelukkig voor Nienke zijn er nu dus wel (na aardig wat promoten; de Snack Study is inmiddels een heel fenomeen op de uni!) een stuk meer mensen die willen deelnemen en is ze waarschijnlijk wel klaar met alle metingen voordat we weggaan. Het doel is om in totaal minstens 120 deelnemers te werven, maar door hoge opkomst zijn het er nog veel meer. Op het moment is ze veel in het foodlab te vinden, waar elke dag wel een aantal deelnemers langskomen.


Na wat struggelingen heeft Daphne inmiddels ook haar draai gevonden en zijn bijna al haar resultaten binnen. Haar data set met meer dan 12.000 mensen en het nieuwe statistische programma waarmee ze moest werken bezorgden haar af en toe wel wat grijze haren en het eindeloze telefonisch/email overleggen met de mensen die er wat meer vanaf zouden weten ging ook niet altijd even soepel. Ook is het af en toe lastig voor haar dat Clare (een zeer druk bezette professor) haar enige begeleider is en ze dus niet af en toe met iemand kan praten over haar project.



Gelukkig hebben we af en toe ook even wat afwisseling in onze dagelijkse bezigheden; we hielpen allebei mee met een systematische review, Daphne neemt als het nodig is wel eens een meting van Nienke over (soms komen er opeens 2 tegelijk!) en ook hebben we metingen gedaan voor de ‘Hunter Health Kick’. Dit is een programma voor Australiërs waarin ze 10 weken lang worden begeleid en gemotiveerd via een site om gezonder te eten en meer te sporten, met als doel om af te vallen.
We kregen eerst een training op de uni waarin we leerden om lengte, gewicht, lichaamssamenstelling en taillemaat op te meten (dit klinkt heel simpel, maar iedereen moet dit natuurlijk zoveel mogelijk op dezelfde manier doen). Ook was er een apparaat dat het pigment van de hand meet en aan de hand daarvan groente en fruitinname kan schatten (dit is een vrij nieuw ontwikkelde methode). Deze laatste meting werd door 1 persoon gedaan om grote verschillen in manier van meten te voorkomen, dus daar hebben wij ons dus niet echt mee bezig gehouden. De andere vrijwilligers die samen met ons de metingen deden waren voornamelijk mensen van de afdeling of voedingsstudenten (3e jaars), erg leuke mensen! De metingen vonden plaats op zowel de uni als in een groot winkelcentrum in de buurt Charlestown waar we elke keer met de auto heengingen. We pikten onderweg naar het centrum ook altijd het Amerikaanse meisje Alexa op die vlakbij het strand en centrum woont en het centrum moeilijk met de bus kon bereiken.
We hadden echter een beetje verkeerd begrepen wat de dresscode was als vrijwilliger; de eerste dag dat we bij het winkelcentrum aankwamen bleek er allerlei pers aanwezig te zijn en stond iedereen, helemaal chiq aangekleed, netjes opgesteld. Ook Clare Collins was aanwezig om de pers te woord te staan. Oeps, we wisten echt niet dat het allemaal zo netjes was! :O Gelukkig was het geen ramp (we zagen er nog wel enigszins toonbaar uit hoor, haha) en kon het meten beginnen. In totaal waren er zo’n 400 deelnemers, maar dat aantal was verspreid over een aantal dagen. De deelnemers schreven zich in en gingen vervolgens langs allerlei ‘stations’ waar ze opgemeten werden. Dit natuurlijk om na 10 weken hun voortgang goed te kunnen zien. Wij werden voornamelijk neergezet bij het lengte, gewicht en taille station maar mochten af en toe ook even ‘buddy’ zijn. Dit betekende dat je mensen die binnenkwamen langs de stations leidde en op een ipad hun gegevens invoerde. Dit laatste was ook een welkome afwisseling; na zo’n 20 verschillende tailles opmeten wil je ook wel eens wat anders doen! Bovendien is het soms erg lastig omdat je niet bij iedereen direct het precieze meetpunt kan vinden... Het was hoe dan ook een erg leuke ervaring, mensen (zowel deelnemers als collega’s) waren erg enthousiast en vriendelijk (en soms kon het zomaar zo zijn dat een Australiër opeens Nederlands tegen je ging praten)!

Op het kantoor op de uni waar we zitten hebben we het ook erg getroffen! We hebben erg leuke collega’s; iedereen is even aardig, behulpzaam en oprecht geïnteresseerd en vaak als je gewoon even snel een koffie wil halen in het keukentje sta je al snel een gezellig gesprek te voeren met wie er dan op dat moment ook is. Ook kan het zo zijn dat Clare Collins (onze begeleider) je linea recta meeneemt voor een zogenaamde ‘Walk ’n talk’; alles wat je wil bespreken wordt besproken onderweg naar de koffietent in het gebouw verderop (en die cappuccino wordt uiteraard door Clare zelf betaald). Ook hebben we veel lol met Wayne, de 'hij-weet-het-wel persoon' op de afdeling. Hoe zijn functie nu precies wordt genoemd weten we niet echt, maar hij regelt alles wat geregeld moet worden. We leren hem trouwens ook wat Nederlands (hij is best wel goed!). We kunnen hem alles vragen. Daardoor komen we vaak op de meest vreemde onderwerpen, waarvoor veel gegoogeld moet worden en veel gelachen wordt.

Sommige van onze collega’s zijn inmiddels ook wel een beetje onze vrienden geworden; we gaan met ze uit eten, surfen, naar pubquizes, en noem maar op! Met de Poolse Magda en de Zwitserse Tamara (ook Nienke’s begeleider) gaan we tijdens de lunch nog wel eens naar Body Pump in de sportschool van de uni, dit is een fitness les waar je spieren aardig wat te verduren krijgen. Een gezonde en lekkere smoothie in ‘The Bar on the Hill’, een gezellig studenten café vlakbij ons kantoor, plakken we er meestal achteraan. Ook gaan we met z’n vieren wel eens (vroeg!) ontbijten in het centrum voordat we naar het werk moeten, erg gezellig!


Speciale gelegenheden laten ze hier ook zeker niet schieten! Zoals verjaardagen; op Nienke’s verjaardag had Katherine, een meisje van het PhD kantoor, een heerlijke taart gebakken (ze vinden het hier wat minder normaal dat de jarige zelf een taart bakt) en ook waren er na het werk veel collega’s een drankje komen doen in the Merewether Surfhouse, een café op een prachtige locatie aan het strand. Daarna zijn we lekker fish ’n chips wezen eten aan het strand. Meer Australisch kan dus bijna niet!


Op Daphne’s verjaardag had Katherine een enorme hoeveelheid chocolade cupcakes gebakken, super lekker! Ook werd er in het kantoor nog in drie talen voor haar gezongen (Pools, Nederlands en Engels) onder het genot van zelf-gebakken wortel taart.

De dag werd afgesloten met malibu-cola en een heerlijke hamburger aan het water, in de gezellige haven van Newcastle. Het blijkt wel dat Katherine hier de feestjes-regelaar is, want ze organiseerde ook een diner wat later in diezelfde week, voor alle personen die in maart jarig waren (dit zijn er 5 inclusief Daphne!).


Een andere speciale gelegenheid die Australiërs nooit en te nimmer voorbij laten gaan is Australia Day (26 januari)! We waren die dag uitgenodigd door Elroy van kantoor voor een feestje van een vriend, waar ze zelfs een hele pizzaoven hadden staan! (Hij stond op een trailer dus werd zelfs overal naar toe getransporteerd!) De lekkerste pizza’s werden er in bereid en ook Daphne ging als een echte pizza bakker aan de gang.

Het toetje, Nutella en aardbeien op de pizza, was ook echt goddelijk! En Australia day is geen Australia day als er ten eerste geen Triple J's top 100 is én als er geen cricket wordt gespeeld! Dat laatste was voor ons beiden een eerste (en bijzondere) ervaring...! Een beetje met goed geluk slaan, net als met softbal op de middelbare school... (Wisten jullie trouwens dat een cricket wedstrijd ontzettend lang kunnen duren? Soms wel zo’n 7 uur!!)


Australia Day was hoe dan ook geslaagd; het feestje was ontzettend gezellig, met leuke mensen, en duurde vrijwel van ’s ochtends tot aan het eind van de middag.

Zoals we al even zeiden; doordeweeks is het hard werken geblazen maar de weekenden worden zoveel mogelijk gevuld met allerlei activiteiten (zelfs al is er geen speciale gelegenheid ;)). Het leuke is ook dat er altijd wel iemand voor in is om iets te gaan doen. We hebben zelfs een keer gemini-golft en Tamara organiseerde een weekend een heerlijke ‘breakfast’-barbeque (barbequen kan hier op elk moment van de dag!). Ook hadden we in een weekend beachvolleybal georganiseerd met een groepje mensen en dit was erg geslaagd! Er staan op de stranden hier al netten die je gewoon kan gebruiken, we moesten alleen nog een volleybal kopen. Ontzettend warm wel, dus een duik in de zee was daarna erg welkom! Zwemmen is hier echter niet altijd mogelijk, stranden kunnen namelijk om 2 redenen zijn afgesloten; óf er zijn haaien gespot voor de kust óf de golven zijn simpelweg te hoog (en nee, dit is niet maar een beetje hoog...). Dat eerste gebeurt hier regelmatig en dat laatste hebben we ook meegemaakt en toen kwamen zelfs volleerde surfers afdruipen na een poging in de zee te hebben gewaagd. Al durven we de meeste golven hier inmiddels wel aan; die ene keer hielden we het maar bij een lekkere koffie veilig aan het strand. Erg indrukwekkend om te zien, dat wel!
Ook hebben we DE surfplek ontdekt, waar het vrij rustig is en de golven niet zo enorm zijn; One Mile beach is precies goed voor mensen die het beter willen leren. Dit strandje ligt iets ten noorden van Newcastle en je bent er in ongeveer drie kwartier met de auto. De eerste keer nam Wayne ons en Magda mee en heeft hij ons een uitgebreide uitleg gegeven.

Daarna zijn we nog een paar keer geweest, o.a. met een paar mensen die we via Elroy (PhD-er op kantoor) kennen en op de roadtrip al hadden ontmoet. Dit zijn enorm gastvrije mensen die ons vaker uitnodigen voor dingen. Na wat te hebben gesurft op One Mile zijn we toen iets noordelijker nog in een grote auto van hen (4-wheel-drive) off-road gegaan om kleine afgelegen en rotsachtige strandjes te bezoeken. Het is daar echt prachtig!

Omdat het leven hier toch best wel anders is dan in Nederland, en die Australiërs af en toe wel een beetje raar zijn hebben we een lijstje samengesteld.

Je bent geen Australiër totdat je:

– Waar je ook gaat of staat een fles zonnebrand bij je hebt en je anti-muggenspray zo ongeveer als deodorant gebruikt.

– Een heerlijke ontbijt BBQ ('brekkie barbie') hebt verorberd.

– Midden in de gang van de universiteit met je rechter slipper een gevaarlijke spin hebt doodgeslagen.

– In je nette jurkje en hoedje naar de paardenraces bent geweest om met goede moed wat geld te vergokken en natuurlijk hopeloos hebt verloren...

– Aan het surfen bent geweest maar achteraf toch niet helemaal zeker was of die schaduw die daar zo snel door het water gleed nou wel echt een dolfijn was...

– Met de auto naar de supermarkt bent geweest. Die aan het eind van de straat zit.

– Fish & Chips hebt gegeten op het strand.

– Je in je bikini op de parkeerplaats van de supermarkt bevindt, en dat je dat zelf eigenlijk helemaal niet raar vindt (en anderen ook niet).

– 3 surfboards en 2 mensen in je auto hebt weten te proppen.

– De gewoonte hebt om even tegen de wc-bril aan te tikken voordat je gaat zitten, om zeker te weten dat je de wc niet deelt met een kakkerlak, kolonie mieren of giftige spin.

– Je je avondeten de volgende dag als lunch meeneemt naar kantoor

– Je je wekker niet meer nodig hebt omdat je elke ochtend stipt wordt gewekt door een heel orkest aan luidruchtige inheemse vogels (dus ook in het weekend...).

– Je de supermarkt medewerkers dit keer wel op tijd je eigen tas weet toe te stoppen om te voorkomen dat ze al je boodschappen per item in slechte grijze plastic zakjes verpakken.

– Je een surfboard als ornament gebruikt voor de woonkamer. Gewoon, omdat het kan.

– Helemaal één bent geworden met het zand: het is overal, maar dan ook echt overal! Maar inmiddels heb je er maar vrede mee...

– Je je bed net ver genoeg van de muur afschuift zodat de kakkerlakken er in ieder geval niet op die manier in kunnen klimmen.

– Je altijd 'bedankt' zegt, ook al doe jij iets voor iemand anders.

– Je niet eens meer merkt dat je geen schoenen meer aanhebt. En als je een keer dichte schoenen of een lange broek aanmoet, je je helemaal claustrofobisch voelt.

– Je die 5 meter hoge golf één voor één moeiteloos induikt terwijl je ondertussen een belangrijk gesprek voert.

– Alle woorden afkort: mosquitos → mossies BBQ → barbie Australian → aussie breakfast → brekkie

– 'Drop bears' zogenaamd je grootste angst zijn! Als je als toerist net in Australië gearriveerd bent zullen menige Australiërs je vertellen over dropbears: gevaarlijke dieren die vooral 's avonds en 's nachts uit bomen naar beneden springen en je aanvallen. Dit is echt het gevaarlijkste dier in Australië! Naief als je dan bent geloof je dat wel, aangezien je er sowieso van uit kan gaan dat alles in Australië je probeert op te eten...! Maar zodra ze een foto laten zien, blijkt al snel dat het hier gaat om een gemuteerde koala:

– Je als fietser helemaal gewend bent dat je voorrang krijgt op een zebrapad. Maar daar houd het ook wel op met je rechten als fietser: aangezien ze hier simpelweg een fietspad symbool op de vluchtstrook naast de snelweg verven en dat dan een 'fietspad' noemen. En als ze dan al wel iets hebben als een fietspad, dan heb je grote kans dat die gewoon opeens ergens ophoudt en je alsnog moet doen alsof je een auto bent midden op een grote rotonde.

– Je niet meer je hele levensverhaal uitstort als iemand vraagt 'Hi, how are you'? Maar gewoon braaf 'I'm fine, and you?' terugzegt. Dit is een hele irritante begroeting!

– Het weer alleen met iemand bespreekt wanneer er letterlijk een cycloon boven je aan het vormen is. Niet zoals in Nederland als het een keer langer dan een uur regent.

– Je ervan uitgaat dat er overal wel standaard een openbare wc (altijd met wc papier), BBQ en waterfonteintje te vinden is.

– Er een buidelrat boven je kantoor woont en je gewaarschuwd wordt dat je beter geen eten kan laten staan 's nachts. Het kan ook zomaar zo zijn dat ‘ie overdag achter het ventilatierooster 5 meter bij je bureau vandaan rustig ligt te slapen. Of dat je als je rustig een keer lekker koffie staat te maken, opeens allemaal gebonk, gekras en gesis boven je hoort.

– Met de auto gewoon lekker links inhaalt op de weg, ook al mag dat gewoon niet. Ook regelmatig door gigantische vrachtwagens.

– RSI hebt opgelopen door stomme, hoge en onhandige draaiende deurkoppen...

– Flipflops (slippers) 'thongs' noemt (was nogal verwarrend in het begin...)

– Zo ver de zee in bent gegaan dat je door de lifeguards gesommeerd wordt dichterbij de kust te komen vanwege de sterke stroom en hoge golven.

– Je altijd zorgt dat er altijd iemand verder dan jou de oceaan in is; met het idee dat een haai achter het eerste het beste lekkere hapje gaat die hij tegenkomt.


Op basis van dit lijstje zijn wij nu volleerde Australiers! We hopen dat jullie door dit verhaal een beetje een idee hebben gekregen van ons leven hier. Helaas komt er alweer snel een eind aan: over ongeveer 3 weken moeten we Australie alweer verlaten... Het wordt nog even stressvol omdat we binnenkort ons verslag zullen moeten inleveren en er een eindgesprek en presentatie aankomen. Gelukkig hebben we ook nog aardig wat leuke dingen in het vooruitzicht! Onze volgende blog, over onze laatste avonturen en het afscheid schrijven we waarschijnlijk vanaf het vliegveld, wachtende op het vliegtuig naar Nieuw-Zeeland!

Warme groetjes uit Australië,

Nienke en Daphne

The Great Aussie Roadtrip II

Hallo allemaal!

Jullie hebben allemaal natuurlijk een hele week in spanning gezeten over het lot van Sisi... dus we gaan gelijk weer verder:

Na grondig onderzoek van de auto, kwamen we er al snel achter dat ons domme-blondjes gehalte tot grootste hoogtes was gestegen en bleek dat het alleen maar ruis uit de radio was, die zomaar uit het niets was aangegaan en keihard aanstond!! Hier hebben we het dus absoluut nooit meer over, en dus verder met het verhaal:

Surfer's Paradise was een hele beleving: het uitgaans-leven, vele merk-winkels en hoge gebouwen maakte deze stad in zekere zin ‘on-Australisch’ en leek het meer alsof we ons bevonden in Lloret de Mar (voor de onwetende lezers: dat is een populaire feest bestemming in Spanje, waar we niet over in detail zullen treden). Heel anders dus dan we tot dan toe gezien hadden.

Maar voordat we ons konden onderdompelen in deze nieuwe 'cultuur', gingen we overdag eerst nog naar Nimbin: een plaatsje dat weer een hele andere 'cultuur' had en verder landinwaarts lag. Nimbin noemen sommigen ook wel het 'Amsterdam van Australie'. En nee, dat gaat niet zozeer over de mooie kanalen, herenhuizen en vele fietsen daar, namelijk maar over een ding; de wiet die daar openlijk wordt gerookt. Alles daar draait om hennep; in alle vormen, soorten en maten. Blijkbaar is het toerisme dat dit trekt wel voordelig, want hoewel wiet illegaal is in Australië, wordt het in Nimbin gedoogd en zagen we dus regelmatig stoned mensen op straat. We keken onze ogen uit in de vele vreemde artistieke en kleurige winkeltjes die nog vreemdere kleding en objecten verkochten. We hadden voor die ene keer de wiet maar links laten liggen (even voor onze ouders: dat is een grapje) en kochten alleen een hennep enkelbandje.

In Surfer's Paradise hadden we weer via Airbnb geboekt, maar deze keer hadden we onderdak bij iemand in de achtertuin, die daar een Volkswagen busje-tent had staan, compleet met twee-persoons bed, tv en ventilator, een origineel concept!

En hoewel we eerst dachten dat we samen met het Chinese meisje Maria de enige gasten waren, kwam rond etenstijd de rest van het huis in beweging: een Belgische jongen die alleen Frans sprak (wat heb je daar nou weer aan?!), een Spaanse vrouw met haar kind (en een aardig temperament), een Australische man met zijn dochter, en onze gastheer met zijn partner. Een aparte combinatie van mensen bij elkaar, maar omdat ze allemaal al langere tijd in het huis verbleven gingen ze met elkaar om als een soort familie. Na wat met iedereen te hebben gepraat tijdens het eten zijn we ’s avonds nog de stad ingegaan en het strand dat daar bijna direct aan ligt, en worstelden we ons door de mensenmassa’s. Helaas bleven we maar een nacht in Surfer’s Paradise (of misschien eigenlijk wel gelukkig want ook hier dreven we 's ochtends de tent uit door de hitte en het zweet) en gingen we 's ochtends door naar Noosa Heads. Maar niet voordat we wanhopig opzoek gingen naar een nieuwe bikini (een zoektocht die al vele dagen duurde). We kwamen namelijk tot de ontdekking dat onze bikini's, die met niet meer dan wat trieste touwtjes vastzitten, niet echt bestand zijn tegen de gigantische denderende golven van Australië... En aangezien het vakantie was en er dus veel gezinnen waren overal kon dat nogal wat beschamende situaties opleveren... Maar goed! Twee stevige bikini's later konden we eindelijk veilig de golven veroveren op Sunshine beach, vlakbij Noosa Heads.

Het hostel in Noosa heads was echt heel erg leuk en had een fijne sfeer. Een goeie maaltijd was maar $5 en een grote kan vol met fruitige cocktail was ook relatief goedkoop en lekker! Helaas was het wel meer limonade dan alcohol en konden we het saaie en enigszins aparte feestje waar we waren daarmee niet leuker laten lijken... Wel nog even wat gekletst met een Canadees en de mensen met wie hij was, maar daarna toch maar naar (het wel ontzettende hete) bed gegaan. Een road-trip is ontzettend gaaf, maar af en toe ook wel vermoeiend! Niet alleen het regelen, plannen en autorijd-gedeelte maar ook de hitte en vochtigheid die alleen maar erger werd hoe noordelijker we kwamen. Ook gaat de klok een uur terug in Queensland, wat betekent dat de zon al om 5.00 opkomt en om 19.00 weer ondergaat: en als je in een tent slaap betekent dat dus dat je ook echt om 5.00 wakker bent.

Onderweg van Noosa Heads naar Hervey Bay stapten we nog even uit bij een grote gezellige zaterdagmarkt in Eumundi. De zee bij Hervey Bay was trouwens wel even heel wat anders dan bij de stranden die we daarvoor hadden gezien: hoewel we net een bikini hadden gekocht die elke verwoestende golf aan zou moeten kunnen, was er geen enkele golf te bekennen aan het strand bij Hervey Bay, alleen wat lichte rimpelingen. Dit komt door Fraser Island dat bij de kust ligt. Ook kan je nog zo lang door blijven lopen, maar het water komt niet hoger dan tot je knieën. Zwemmen ging dus niet, maar lekker in het water liggen of zitten wel. En aangezien de temperatuur van het water aardig wat graden hoger was dan in Newcastle (zo rond de 25 graden) was dat goed vertoeven! Hoewel we wilden koken die avond kwamen we tot de ontdekking dat alle supermarkten letterlijk maar tot half 6 open waren (en wij waren dus te laat...). Dan maar bij een cafe naar binnen. Dit bleek echter een ‘club’ te zijn; niet een dansclub maar een soort uitgaansplek voor een wat ouder publiek met casino en sportcafe etc. Een wat luxere bedoening dus, en niet echt bedoeld voor twee verwaaide meisjes op slippers en het zand nog aan voeten en benen. Gelukkig was de goedlachse bewaker wel in voor wat verandering en regelde hij dat we even later lekker (en toch best goedkoop) wat konden eten.

We noemden het zojuist al even, Fraser Island, maar dat was ook de reden waarom we naar Hervey Bay gekomen waren (en absoluut niet voor de supermarkten met vroege sluitingstijd).

Fraser Island is met zo’n 122 km lengte het grootste zandeiland ter wereld! En ondanks dat het puur uit zand is opgebouwd (wat al een erg onwerkelijk idee is), is het landschap toch erg afwisselend, van regenwouden tot zoetwatermeren tot mangrovebossen en duinen. Dat moesten we zien! We hadden eerder al besloten om de dagtour te doen die Maartje ons had aangeraden. We werden vroeg opgehaald door het tourbusje en bevonden ons even later samen met de andere mensen van de tour op een boot richting Fraser Island.

De groep was relatief klein, waardoor er veel plek was op de boot en je overal lekker kon gaan zitten. Geweldig om voorop het dek te zitten en uit te kijken op de eindeloze oceaan. En dat bij een heerlijk zonnetje en strakblauwe lucht. Het was nog een aardig eindje naar Fraser Island, en onderweg zagen we op meerdere plekken dolfijnen zwemmen, ook een moeder met baby-dolfijn!

Het zand op het eiland was heel anders dan het ‘gewone’ zand dat wij gewend zijn: nog veel witter en heel fijn. Ook zijn er zogenaamde ‘coffee rocks’ op het eiland te vinden; deze rotsen bestaan simpelweg uit zand dat lange tijd wordt samengeperst. We hebben wat korte wandelingen gemaakt op het eiland en in één van de kreekjes gezwommen die richting zee stroomde. Dat was heel apart: het zoete, drinkbare (en tea-tree bevattende) water was namelijk stukken kouder dan het zeewater een paar meter verderop, omdat het rechtstreeks uit een ondergrondse bron onder het eiland omhoog komt. Wel even lekker verkoelend dus!

Vanuit een ander strandje op het eiland hebben we daarna gesnorkeld; tussen gigantische scholen visjes door, over enkele pijlstaartroggen, die stil op de bodem lagen (...te loeren naar ons?!) of onder ons zwommen, en in de buurt van een zeeschilpad die met zijn trage zwembewegingen goed te volgen was. Erg bijzonder!

Na de uitgebreide BBQ lunch konden we ons nog uitleven in een kayak (op een kreekje op het eiland dat tussen mangrovebomen door liep), op een paddleboard, en hebben we onze longen kapot geschreeuwd terwijl we met naar ons gevoel honderden km/uur op een soort luchtbed achter een speedboot werden aangetrokken... Om even bij te komen van dat laatste hebben we nog even in een zogenaamde ‘waterhole’ gelegen met de hele groep; daar was de kreek wat dieper en de stroming sterker. Op de terugweg ging het opeens enorm plenzen en waren onze spullen wel aardig doorweekt. Maar dat was nog niet eens zo’n ramp; onze vrij ernstig verbrande huiden waren meer een probleem, ook omdat dit steeds meer pijn ging doen naarmate dag vorderde. We hadden geen hoedjes of petjes meegenomen en wel enkele pogingen gedaan met de zonnebrandcreme, maar omdat we vaak weer snel het water in gingen was dit niet genoeg geweest. ’s Avonds dus flink onder gesprayed met after sun. En toch waren we enigszins trots dat dit eigenlijk de eerste keer was dat we écht erg verbrand waren! Blijkbaar deden we tot dan toe toch wel iets goed met insmeren. Hoe dan ook, verbrand of niet: het was een zeer geslaagde dag, en iets wat we niet snel meer zullen vergeten!!

Na deze geweldige ervaring stond twee dagen later ons noordelijkste punt van de reis op het menu: the Town of 1770 (ja, zo heet het echt). Heel bijzonder tijdens de hele reis is dat we eigenlijk wel elke dag door een ander landschap reden, en ook hier was het weer anders en prachtig! Echt een regenwoud zoals je je een regenwoud voorstelt met een erg hoge vochtigheidsgraad. Maar daar kwamen we niet echt voor: vanaf hier zouden we namelijk naar Lady Musgrave Island gaan: een van de meest zuidelijke punten van de Great Barrier Reef! Dus zaten we alweer vroeg op een boot, alleen was deze wel wat drukker en moesten we over de open zee... De gevolgen hiervan werden al snel duidelijk: reispilletjes gingen als warme broodjes over de toonbank en de kotszakjes lagen vrijgevig over alle tafels verdeeld. Gelukkig hadden wij nergens last van zolang we maar star naar buiten bleven kijken en vooral niet naar de kotsende mensen. Hoewel ook de geluiden niet echt prettig waren...

Maar na 1,5 uur waren we er dan: de Great Barrier Reef! Wat ontzettend prachtig, dat is eigenlijk niet in woorden te beschrijven (dus zie foto's)!

Het tourbedrijf heeft daar standaard een ponton liggen vanwaar je kan snorkelen en zoals in een aquarium door ruiten te kijken naar de onderwaterwereld. Maar eerst gingen we met een hele groep Chinese toeristen (die geen Engels spraken, waardoor hun gids steeds Chinees door de Australische gids heen kakelde) op een boot met glazen bodem, waardoor we de schoonheid en vele kleurige en gevarieerde vissen en koraal goed konden observeren. Dat beloofde wat voor het snorkelen!

Na een bezoekje aan Lady Musgrave Island zelf, die ook een erg boeiende ecologie (met o.a. heel veel vogels!) en prachtige natuur had, doken we met onze snorkel-outfit (en deze keer goed ingesmeerd) het water in. Het was ontzettend mooi om tussen al die verschillende tropische visjes, het felgekleurde koraal en zeeschildpadden te zwemmen! Vooral de vele schildpadden waren de ervaring van ons leven: er lagen er wel tien op wat rotsen op de bodem in een zogenaamd 'schoonmaak-station': hier gaan ze liggen waarop er dan allemaal visjes komen die algen van hun schilden eten. Echt een soort spa voor ze dus! Af en toe komen ze boven water om adem te halen, lekker langzaam en chill waardoor we ze goed konden volgen en bekijken (overigens wel van een gepaste afstand natuurlijk). Na een tijdje moesten we helaas toch weer naar het vaste land, maar wel met deze geweldige ervaring rijker!

Omdat de tijd toch wel enigszins op begon te raken, reden we de volgende dag in zo'n 6 uur in een keer weer richting het zuiden: naar Brisbane. Daar waren we uitgenodigd door een vriend van Daphne (Mark) die zij een paar jaar geleden in Zuid-Amerika had ontmoet. Hij bleek al snel een uitzonderlijk goede gastheer te zijn, die er echt alles aan deed om het ons naar ons zin te maken. Mark beheert een autoverkoopbedrijfje samen met een vriend en bood ons gelijk aan om even goed naar onze auto Sisi te kijken. Toen bleek in wat voor slechte conditie Sisi was en hoe ongelooflijk veel geluk we hebben gehad: een snelle check van het olie peil onthulde namelijk dat er, op wat zwarte prut na, absoluut geen olie meer in de motor zat! Mark wilde de auto niet eens meer naar zijn garage rijden zonder er eerst wat olie in te doen, omdat hij ervan overtuigd was dat de motor elk moment kon ontploffen. Ons geluk nog nauwelijks beseffend nam hij ons ook nog eens mee uit eten naar de heerlijke Thai bij hem om te hoek. Wel na in de slijterij eerst een fles wijn te hebben gekocht, die gewoon naar het restaurant mee ging en waarvoor de Thaise serveersters zelfs wijnglazen neerzetten! Dat is blijkbaar dus hartstikke normaal in Australie...

Na een heerlijke nacht op het gigantisch luchtbed in Mark's mooie appartement, gingen wij Brisbane in, waar we ook weer hadden afgesproken met Maartje en Bonnie en haar zus, die heel toevallig ook allemaal daar waren! Ondertussen zou Mark de auto van onder schoonmaken, een jerrycan met olie regelen en de auto meenemen naar zijn 'garage-mannetje', om Sisi eens goed na te laten kijken. Dit ook omdat Sisi blijkbaar een nogal vreemd geluid maakte, iets wat ons al sinds zo'n 1500 km irriteerde en waardoor we elkaar amper nog konden verstaan als we 60 of 100 reden... Niet zo fijn aangezien je in Australië veel 60 en 100 limieten hebt, maar wij er (bijna) zeker van waren dat dit kwam doordat Sisi niet meer de jongste was. Hoewel we wel een beetje in spanning waren over wat er uit de controle kwam, vermaakten we ons prima die dag. Echt ongelooflijk aardig dat hij dit deed voor ons en we zijn hem daarvoor dan ook heel erg dankbaar! Echt een goed voorbeeld van hoe aardig de gemiddelde Australiër is.

Brisbane is een erg aangename en sfeervolle stad met vele mooie parken, een mooie boulevard en ondanks dat het niet aan de kust ligt was er een soort stadsstrand aan de rivier. Na wat rondwandelen, een lange boottocht over de rivier en een gezellig etentje in het hostel van Maartje en Bonnie moesten we nu echt afscheid nemen! Voor Maartje was het namelijk de laatste dag in Australië, dus erg onwerkelijk.

Voor ons was er nóg iets erg onwerkelijk en nogal schrikbarend toen we thuiskwamen: Mark vertelde ons namelijk dat de wiellagers niet meer goed waren en absoluut vervangen moesten worden, zeker als we de auto nog wilden verkopen, want ze kunnen alleen nog maar slechter worden. Waarschijnlijk heeft de auto voordat wij hem kregen veel door water of over zand/grindpaden gereden, en heeft dit de beschadigingen in de lagers veroorzaakt. Hoe dan ook, dat zou een duur grapje worden! Mark vertelde ons dat het vervangen van de wiellagers in Australië normaal gesproken zo’n 800/900 dollar (ong. 550-600 euro!) zou kosten, maar dat hij een vriend, reparateur, kende die het voor minder zou doen, namelijk 500 dollar. We waren nog maar net bekomen van de schrik, maar kwamen al vrij snel tot de conclusie dat we dit wel moesten aannemen; de eerste beste autodealer hadden we niet geloofd maar Mark konden we hierin wel vertrouwen. Dus was de afspraak gemaakt; na een snelle koffie met Mark werd de auto de volgende ochtend gerepareerd terwijl wij wat bij een shopping mall rondhingen. En wat reed hij daarna HEERLIJK!!! Het leek alsof hij over de weg gleed of vloog, echt een enorme verbetering! Geen enkel geluid meer, en ook wel belangrijk: we konden elkaar EN de muziek weer horen. Hierna namen we afscheid van Mark en bedankten hem uitgebreid voor alles; hij heeft ons en de auto echt gered en we willen er echt niet aan denken wat er was gebeurd als Mark niet zo geweldig aardig was geweest. Daarnaast hebben we ook genoten van zijn gezelschap en gastvrijheid, en hopen hem ooit weer eens te zien!

Thanks Mark!

Laughing

Na dit alles reden we vol goede moed richting onze laatste stop: Nambucca Heads. We verbleven daar op een camping, maar omdat we in het donker aankwamen en ’s ochtends vrij vroeg weer vertrokken hebben we er niet heel veel van gezien. Het was er overigens wel lekker rustig (waarschijnlijk omdat de vakantie voor veel Australiërs ten einde liep). Na de volgende dag nog uitgebreid op het strand te hebben gelegen en in de zee te hebben gezwommen moesten we helaas toch op huis aan! Dat was wel met enige tegenzin, maar aan iedere vakantie komt een eind. We kwamen zaterdag later op de dag thuis en hebben de rest van het weekend nog wat gewassen, opgeruimd en gerelaxed. Maandag zou immers onze laatste 3 maanden stage ingaan!

Inmiddels zijn we alweer druk aan de gang met onze projecten. En het gaat nog aardig druk, maar ook leuk worden! Maar hierover meer in de volgende blog. Voor nu een hele fijne zondag!

Cheers,
Daphne & Nienke

The Great Aussie Roadtrip I

G’day allemaal!

En toen was het 2015...! En niet zomaar 2015 maar letterlijk een denderend en knallend 2015, midden in het hart van Sydney. Maar daarop komen we later terug...

Eerst gingen we naar Melbourne, waar we op tweede kerstdag in anderhalf uur heenvlogen. Na lang te hebben gezocht naar het shuttle busje werden we naar ons hostel gebracht: een heel groot gebouw met heel veel verdiepingen en vooral heel veel mensen. Dat laatste werd de volgende ochtend vooral duidelijk: het ontbijt was inbegrepen en daarvoor kon je je eigen pancakes bakken. Heel leuk allemaal, maar de giga rij maakte het een stuk minder aantrekkelijk. Toch was het het uiteindelijk waard, en na het lekkere ontbijt ging ons grote auto-zoek avontuur van start. De goedkope auto dealers lagen allemaal erg ver uit het centrum van Melbourne, en omdat er om een of andere reden bijna geen openbaar vervoer naar toe ging moesten we met de trein en daarna eindeloos door een enorme hitte lopen. We hadden ons echter wel voorgenomen zo fris mogelijk aan te komen zodat de dealer niet doorkreeg dat we helemaal kwamen lopen en dus erg afhankelijk van hem waren. Het vinden van een auto ging wel sneller dan we hadden verwacht. Hoewel we ons braaf voor hadden genomen om uitgebreid meerdere auto’s te bekijken en uit te proberen, kwamen we toch al snel uit op de ruime witte Lantra sportwagen, een Hyyundai. Na enkele algemene checks (we hadden via via wel een soort checklist meegekregen), een kort ritje en even goed nadenken namen we de beslissing om hem te kopen. Achteraf hadden we er echter misschien toch iets kritischer moeten nadenken (dit blijkt nog wel verderop in de blog...!). Hoe dan ook, we waren ontzettend blij dat het bij de eerste dealer al raak was! Het enige wat echter nog niet inbegrepen was was de registratie van de auto. Deze moet je apart kopen, in de staat waar je woont. Maar tot die tijd konden we een tijdelijke registratie kopen, waar we alleen mee naar huis mochten rijden. Wat betekende dat we nog een tijdje zonder nummerbord rondreden (hetgeen verbaasd wijzende en omkijkende automobilisten tot gevolg had). Na ontelbaar papieren te hebben ondertekend gingen we opgewekt weer op weg richting Melbourne centrum om de stad wat meer te verkennen.
Melbourne heeft prachtige parken, gezellige wijken en overal hangt een gemoedelijke sfeer. Wel even wat anders dan dat grootste en wereldse Sydney.

Ook liepen we nog langs allerlei cricket velden (dat is zo ongeveer nationale sport hier) en de ‘Australian Open’ tennisbanen (die op dat moment over een maand in gebruik zouden zijn!), aten we in het Melbournse ‘Little Italy’ en sloten de dag af met een grandioos uitzicht vanaf het hoogste gebouw van Melbourne (waar het overigens véél te toeristisch en vol was). De volgende dag zijn we naar de Queen Victoria Market gegaan, een erg populaire en gigantische markt waar we ons wel aardig wisten te vermaken... Op een gegeven moment zijn we maar weggevlucht, richting onze auto: op naar Phillips Island! We hadden dit speciaal ingepland vanwege de pinguins die je daar kunt zien (de ‘pinquin parade’). Helaas, we hadden even niet rekening gehouden met het feit dat het hoogseizoen was en er dus een kans bestond dat dit al volgeboekt zou zijn... Het eiland zelf was echter ook heel mooi, dus hebben we een wandeling gemaakt en spotten we toch nog een pinguin in zijn holletje (waar overigens tientallen toeristen omheen stonden te dringen).

De volgende dag moesten we vroeg op om in zo’n 7 uur naar Canberra te rijden. Officieel is dit de hoofdstad van Australie, dus vonden wij dat we dit wel moesten zien. Achteraf hadden we er misschien nog geen halve dag hoeven doorbrengen; het Australian War Memorial was absoluut de moeite waard en we hebben wat meer geleerd over de rol van Australie tijdens de Tweede Wereld oorlog: erg indrukwekkend al die verhalen! Maar naast een beeldentuin en mooie boulevard langs een meer stelde Canberra kortgezegd niets voor. Zelfs de bewoner aan wie we vroegen waar we nu precies heen moesten krabde zich twijfelend op zijn hoofd. De volgende dag, oudjaarsdag, gingen we dus maar al te graag (maar op een zeer vroeg tijdstip) verder richting het levendige Sydney.

Hoewel het niet altijd helemaal van een leien dakje ging, beviel het rijden in Australië en onze Hyundai toch best wel!

We moesten de auto af en toe wel even aansporen om de berg op te komen en we bevonden ons misschien niet altijd keurig aan de linkerkant van de weg (tja, het is niet zo’n goed idee om degene voor je maar blindelings te volgen, zeker als hij rechts rijdt en dus vermoedelijk ook een toerist is...). En naast het feit dat er aardig wat kapotte banden langs de weg liggen kan het ook zomaar zo zijn dat je met een snelheid van 110 een bocht om komt en midden in een dichte rookwolk terecht komt: geen bosbrand maar iemand met een kapotte motor... Om maar niet te spreken over de kangoeroes die op veel plekken langs de kant van de weg liggen... Sommigen besluiten namelijk om gezellig huppelend de snelweg over te steken terwijl de auto’s in hoge snelheden voorbij razen.Gelukkig hebben we die twee kangoeroes niet geraakt, en kwamen we ook in Sydney weer ongedeerd aan!

Omdat Sydney met Oud en Nieuw grotendeels auto-vrij is, en omdat wij van ons leven Sydney niet zouden in willen met de auto, parkeerden we in een (gratis) buitenwijk en gingen met het OV op weg naar het park waar we met Bonnie en haar zus, Noor, hadden afgesproken. Omdat er miljoenen mensen zijn die het beroemde vuurwerk willen zien, regelt Sydney afgezette stukken van de stad vanwaar je het kan zien. Op sommige plekken moet je betalen, degene waar wij in wilden niet. En dat was ook wel duidelijk! We hebben zo'n 1,5 uur in de zinderende hitte in de rij gestaan om binnen te komen! Eenmaal in het park vonden we Bonnie en Noor, die al eerder gegaan waren en dus een plekje voor ons hadden! Het was een drukte van jewelste, maar door hun hadden we toch nog een goed plekje! Dus daar zaten we dan: soort van picknickend, kaartend, lezend en slapend in het gras met allerlei soorten mensen om ons heen (en uiteraard dus ook de luidruchtige, vanaf 11 uur al dronken, Nederlandse jongens...) wachtend op middernacht. Gelukkig dat het hier wel een stukje warmer is dan in Nederland!

's Avonds waren er wat shows op de rivier (die we juist weer niet goed zagen) en om 21 uur was er al een mooie vuurwerkshow voor de kinderen. Maar na nog 3 uur wachten, half slapen en een halve fles wodka verder (die we naar binnen hadden gesmokkeld) was het dan zover! We proostten op het nieuwe jaar terwijl het vuurwerk voor ons losbarste. Het duurde aan een stuk door 12 minuten en was super mooi! Je wist bijna niet waar je moest kijken.


Maar toen begon het echte avontuur: wegens gebrek aan fondsen (Sydney is echt extreem duur met oudejaarsnacht) zouden we die nacht in de auto slapen! We wisten: dit zal waarschijnlijk niet de meest comfortabele nacht zijn, maar ach: het is een avontuur! :D

Dat doen we dus nooit meer... We kunnen jullie vertellen dat de achterbak van onze Hyundai nogal hard is en zeker ook net niet zo lang is als dat wij zijn (en hij leek nog wel zo lang...). Ook bleek dat een stalen bak midden in de zon met twee mensen erin aardig snel opwarmt. Ons 'avontuur' was dus al snel de meest onaangename nacht van ons leven!

Met Bonnie en Noor achterin (en de pijn nog in onze schouders en heupen) zijn we de volgende dag weer terug gereden naar Newcastle waar we ons konden voorbereiden voor de grote road-trip, maar ook om even 1 nacht goed te slapen. We moesten de volgende dag nog wel 'even' onze auto registeren. We wisten al wel dat het moeilijk ging worden, omdat we tijdens de reis van Melbourne naar Newcastle al tegen aardig wat problemen op dit gebied aanliepen (wat onder andere te maken had met het feit dat bijna alles dicht was rond en na de feestdagen), maar ook nu bleek het allemaal weer moeilijk. Om een beetje een beeld te scheppen: het was een probleem dat op de creditcard van Nienke niet haar volledige voornaam stond, maar alleen een 'N'... Dat was ongeveer het niveau van hoe makkelijk het was een auto te registeren! Het heen en weer rennen heeft ons nog een hoop zweet bezorgd vlak voor vertrek. Maar goed... uiteindelijk hadden we ze dan: de nummerborden! En zo was Sisi (nummerplaat= CC-94-GM) geboren; de trouwe auto die ons honderden kilometers over prachtige slingerende bospaadjes, langs sprankelende beekjes, door oerwouden vol luide (en waarschijnlijk giftige) beesten en naar prachtige stranden met metershoge golven zou brengen.

Na alle spullen (inclusief geleende tent en matjes) te hebben ingeladen, oftewel gedumpt (wat past er toch lekker veel in zo'n stationwagon), reden we in zo'n 2 uur naar onze eerste stop: onze collega Elroy die vakantie aan het vieren was met zijn vrienden, in een gigantische en prachtige villa vlakbij Diamond beach. We konden zo aanschuiven en blijven slapen voor niets, en dat bij een zeer aangenaam gezelschap! We hebben de hele avond gepraat en gekaart (ezelen kennen ze hier ook!), super gezellig. Kortom, het was zeker een goed begin van onze roadtrip! De volgende dag nog even met wat surfboards richting Diamond beach om een duik te nemen en we kregen zomaar een korte (en gratis) surfles van één van de vrienden van Elroy. Ook zijn we met z’n allen na een flinke klimpartij over de rotsen en door het water bij een plek uitgekomen waar je in gaten tussen de rotsen kon zwemmen, erg bijzonder! Rond lunchtijd nog een typische Australische lunch bij de Fish & Chips zaak direct aan het strand (waar een medium friet wel met 3/4 mensen te delen was!) en daarna afscheid genomen: zij gingen allemaal weer naar Newcastle omdat hun vakantie voorbij was, terwijl wij juist richting het noorden gingen. We kregen nog aardig wat tips en adviezen mee over waar we heen moesten gaan.

Daar gingen we dan, linea recta met het zand nog aan onze voeten en het zeewater in onze haren de auto in (zo doe je dat hier). Met een lekker swingend muziekje op de achtergrond reden we even langs het gezellige Port Macquairie, waarna we onze weg vervolgden naar een soort natuur camping vlakbij Crescent Head, vrijwel direct aan een prachtige verlaten strand (de golven waren vanuit de tent te horen). Om daar te komen moest Sisi meteen de eerste uitdaging aangaan, namelijk off-road; er waren echter zóveel kuilen en hobbels dat we niet harder dan 30/40 konden rijden.

Gelukkig hebben we dat, en de eerste nacht overleefd, en hoewel we 6 uur ’s ochtends uit onze tent gebrand werden, kostte de overnachting ons om wonderbaarlijke reden niets! We waren toch al vroeg op, dus waarom niet een stuk landinwaarts richting Armidale, om de ‘Waterfall Way’ af te rijden? We vroegen ons al af hoe groot die watervallen zouden zijn, aangezien het toch best droog is. De eerste watervallen stelden inderdaad niet zo veel voor, ondanks dat ze wel erg hoog waren, maar de volgende (de Ebor Falls) waren een stuk spectaculairder! Het was best een lange omweg langs de Waterfall Way, maar het was het zeker waard: we reden grotendeels door de New England Tablelands, over mooie (en af en toe erg smalle) weggetjes en dus was het een soort typische Engelse glooiende landschap, afgewisseld met de wat lager gelegen regenwouden, erg bijzonder! De volgende nacht brachten we door in Coffs Harbour, op een camping met veel voorzieningen en faciliteiten. Alle campings hebben hier overigens gratis douches en keukens met o.a. fornuis, barbeque (erg belangrijk!), broodrooster, magnetron en waterkoker waar iedereen gewoon gebruik van mag maken. We hadden trouwens heel veel geluk dat er nog maar 1 tentplek over was op de hele camping; het was namelijk hoogseizoen, waar we niet echt rekening mee hadden gehouden. Alle motels en campings waren letterlijk stampvol en dus besloten we (hoewel we oorspronkelijk juist op de bonnefooi wilden gaan) voortaan toch maar wat meer te gaan plannen. De volgende dag hebben we ons nog vermaakt in een klein aquarium, bij de ‘Big Banana’ (ze hebben hier om een of andere vage reden van een aantal voorwerpen of dieren een groot formaat langs de weg staan) en hebben we een frikandel en kroket gegeten bij een Nederlands café en klein museum (met heel veel klompen!). We voelden ons weer even helemaal thuis.

We kochten wat appelstroop en marsepein en praatten nog even met de eigenaar, een gezellige oudere man die al zo’n 60 jaar in Australie woont en half Nederlands/Australisch terugpraatte. De volgende camping was iets ten noorden van Coffs Harbour en daar hebben we zelf gekookt, tips over plekken gekregen van aardige Australiers en van de sauna genoten (op dat moment was het weer niet al te best: ook in Australie kan het flink regenen...!). Voordat we de volgende dag verder reden hebben we bij Moonee Beach nog even aan het strand gelegen. Dit strand was echter niet zomaar te bereiken, en gelukkig heeft het water onze tassen, handdoeken, hoedjes en parasol net niet te pakken gekregen... (zie foto).

Onze eindbestemming van die dag was Ballina, waar we via Airbnb (een website waarop mensen een kamer in hun huis beschikbaar stellen voor reizigers) een plekje hadden gevonden bij twee aardige Australiërs en volop konden genieten van de airco, het zachte bed, een voetbaltafel, de keuken en Geoffrey de kat (die blijkbaar erg van water hield...). Ballina zelf is niet zo spannend op de ‘Big Shrimp’, de grote garnaal, na), maar op 30 min afstand rijden ligt het beroemde Byron Bay. Dit stadje staat bekend als een hippie en backpackers oord (wellicht enigszins door elkaar in stand gehouden...) en heeft een hele relaxte sfeer en een prachtig strand. We hadden geluk dat er een hele grote markt was waar ze van alles verkochten met het motto: 'maak het, bak het, groei het' en waar we dus alles konden kopen; van kleurige hippie kleding tot henna tatoeages. Bij de vuurtoren op Cape Byron, iets buiten het stadje, bevonden we ons op het meest oostelijke punt van Australie (zie foto).


Verder naar het Noorden ligt Surfer's Paradise: een stad vooral gericht op (de naam verklapt het al) surfen! Dus we zaten de volgende dag al vroeg in de auto die kant op en waren zoals altijd lekker aan het toeren, toen de auto opeens een keihard geluid begon te maken! Verstandig als we zijn zetten we de auto onmiddellijk stil op de vluchtstrook en deden snel de motor uit (we hebben genoeg films gezien om te weten dat een auto door de minste provocatie ontploft). Half in paniek en half angstig begonnen we rondjes om de auto te lopen en te kijken waar het geluid vandaan kwam: hadden we een kangoeroe of koala aangereden, een lekker band of was zelfs de motor ontploft?! Wat nu?!

En zo eindigen we blog 1 van 2 over onze road trip! Zoals elk goed verhaal eindigt ook deze met een cliffhanger en zullen jullie geduldig op het vervolg moeten wachten (tja, we moeten er toch wat spanning inhouden he :P). Maar aangezien wij nu deze blog schrijven, kunnen jullie er aardig zeker van zijn dat wij het dus hebben overleefd! Maar wat gebeurde er precies en welk lot wachtte Sisi?!?! Jullie horen het in de volgende blog!

Cheers,

Daphne & Nienke

Aussie life

Lieve vrienden en familie,

Het is alweer december en dus zitten we midden in alle feestdagen. Wel echt heel raar om kerst en oud en nieuw te vieren als het buiten zo’n 30+ graden is, maar het is weer eens wat anders! Maar helaas hebben we dit jaar dus geen Sinterklaas of zwarte piet gezien, en zullen we de gezelligheid van kerst en de oliebollen moeten missen... Of toch niet?!

Hoewel het een beetje vroeg was, kunnen we (onze eigen gebakken!) oliebollen al van het lijstje afstrepen. Toen we namelijk werden uitgenodigd voor een house-warming van twee collega’s van de afdeling en iets te eten moesten meenemen, was het natuurlijk wel zo leuk om iets 'Hollands' mee te nemen! Maartje en Bonnie hadden zelfgemaakte appelflappen en wij dus oliebollen mét poedersuiker! Gelukkig zorgden de gastheer en gastvrouw wel voor een goed laagje in de maag, want naast ontzettend veel heerlijkheden die voor het grijpen lagen (zoals een typische Australische ‘damper dip’) was de Poolse gastvrouw absoluut niet zuinig met haar heerlijke frambozen wodka en bleef ze ons maar gul shots inschenken. Aangezien ze het na 6 shots nog steeds 'ronde 2' noemde, was het nogal een leuke (en lachwekkende) avond! Gelukkig konden we met een collega mee terugrijden (die zich had ingehouden qua drank), want de laatste bussen in het centrum gaan tot rond 23u. Wel een beetje lastig voor ons dus, aangezien wij een half uur van het centrum wonen.

De dag erna zaten we eigenlijk nog vol van het bovengenoemde feestje en protesteerden onze hoofden ook enigszins, maar moesten we op tijd door naar de BBQ van onze stagebegeleidster (Clare). Dat betekende wel anderhalf uur in de bus met een chauffeur die er 'nogal zin an had' en naar ons idee te weinig rekening hield met Nederlanders die de dag ervoor misschien iets teveel gedronken hadden... Maar de rit was het waard: Clare en haar familie wonen aan Lake Macquarie, het grootste meer op het zuiderlijk halfrond, in een prachtig gelegen huis! Er worden duidelijk veel watersporten (o.a. windsurfen en zeilen) beoefend in dit gebied. De hartelijke man van Clare tourde ons eerst wat rond over het meer tijdens een speedboot ritje, en daarna mochten we voor het eerst in ons leven gaan paddleboarden (zie foto).

Paddleboarden, een sport waarbij je staande op en soort surfboard vooruit peddelt, is een vrij populaire sport in Australië. We hebben het paddleboarden niet helemaal droog gehouden, maar laten we even duidelijk maken dat dit kwam omdat Daphne haar peddel kwijtraakte en Nienke zo nobel genoeg was om haar te redden (dit ging dus niet helemaal volgens plan...). Later deed gek genoeg juist het verhaal de ronde dat Nienke degene was die Daphne er opzettelijk afduwde waardoor ze haar peddel kwijtraakte... Wie er dan ook wie in heeft geduwd, het was hoe dan ook een leuk middagje aan het meer (de volgende dag lazen we wel dat er een witte haai was gespot in het meer! :o), en onze eerste Australische BBQ was ook een succes (ook al was onze enige taak het eten opeten...). Er waren ook nog een aantal vrienden en PhD-ers bij de barbeque aanwezig. Clare en haar familie waren erg gastvrij en het was leuk om Clare ook eens op zo'n manier te zien.

Maandag moesten we wel weer aan de bak en zo wennen we langzaam aan het leven hier in Australie. We weten inmiddels: als je maar ‘No worries’ hebt en ‘Heaps of fun’ (héél veel plezier) komt alles goed. En van dat laatste is zeker sprake! Beetje bij beetje zijn we hier aan het integreren, en leren we steeds meer over de gewoonten en gang-van-zaken in Australie. Iets waar we hier bijvoorbeeld even aan moesten wennen is een raar soort systeem met betalen in de winkel; je hoeft je Australische bankkaart alleen maar voor een soort scanner te houden en je hebt al betaald, zonder enige pincode in te voeren! Wanneer je je boodschappen hier afrekent moet je trouwens met nog iets rekening houden; hoewel ze afval willen scheiden om ‘milieuvriendelijk’ te zijn, gebruiken de kassamedewerkers wel 10 plastic zakjes om je boodschappen in te laden (al is dat enkel je avondeten). Je moet dus onmiddellijk je eigen tas in hun handen schuiven voordat het te laat is en ze alles al hebben ingepakt. Om van de ellenlange bonnetjes maar niet te spreken... Hoewel we hier nu aan bepaalde dingen wel gewend zijn (en zelfs als echte Aussies op blote voeten rond hebben gewandeld), hebben we met andere dingen af en toe nog steeds geen idee wat we aan het doen zijn. Zo vergeten we nog steeds om onze helm op te doen als we gaan fietsen naar de universiteit en denken af en toe nog steeds dat er buiten ergens een alarm afgaat, terwijl dat dan een of andere irritante luidruchtige tropische vogel blijkt te zijn. Welk geluid van welke vogel komt is vaak onduidelijk, maar kaketoes kom je hier wel verdacht veel tegen onderweg naar de uni... Overigens wel bijzonder!

Verder is het standaard ‘How’s your day been going?’ of ‘Did you have a fun day?’ van de winkelverkopers soms nog steeds erg verwarrend; het klinkt zó persoonlijk en oprecht geïnteresseerd dat je echt even niet weet hoe je moet reageren. Willen ze echt een hele samenvatting van je dag of gewoon een kort ‘hallo’ terug? Inmiddels hebben we onszelf maar aangeleerd om in ieder geval maar gewoon beleefd ‘Hi’ te zeggen en misschien nog een ‘Yeah, good’. Als je maar lacht, want de mensen zijn hier gewoon te aardig om niet tegen te lachen.

Hoewel we nog best vaak gaan lopen of de fiets pakken (misschien ook omdat de bus zo duur is...), bleek toch al wel snel dat die heerlijke Tim Tams, het ijs en de boterhammen met choco-pasta een wat strengere aanpak nodig zullen hebben om van de heupen af te blijven.

Daarom zijn we lid geworden van het sportcentrum van de Universiteit (wel ietsje illegaal: we zeiden dat we studenten waren om minder te hoeven te betalen, wat we hier officieel niet zijn! Lekker goed van vertrouwen die Australiers). Nu kunnen we voor een vast bedrag per maand onbeperkt in het prachtige zwembad (met zout water!), naar diverse body step/pump, pilates en zumba lessen, en gebruik maken van de fitness ruimte. We hebben er dan ook al dikwijls gebruik van gemaakt voor en na stage: in het begin gingen we een aantal lessen samen uitproberen, maar omdat we ook een beetje onze eigen voorkeur hebben gaan we ook wel alleen. Erg leuke en motiverende lessen!

Een dag op de uni was en is (vooral op het begin) toch wel vrij vermoeiend; of het nu komt door de nieuwe mensen, omgeving/indrukken, nieuwe opdrachten of het Engels praten. We zijn nu allebei echt gestart met ons project, al is het toch voornamelijk nog inlezen, introductie schrijven en voorbereiden op de werkelijke data-analyses (Daphne) of experimenten (Nienke). Omdat het toch wel even inkomen is met een geheel nieuw project, is soms het gevoel dat je niet zeker weet wat je aan het doen bent onvermijdelijk. Eenmaal thuis na een dag stage hebben we soms dan ook niet veel energie meer over, maar we moeten niet klagen: we hebben het erg getroffen met onze stageplek! En ook met onze collega’s; we praten veel met onze (superlieve) Australische collega's tijdens werk en de lunch en zo leren we aardig wat dingen. Naast tips voor leuke plekken om heen te gaan leerden we bijvoorbeeld dat we onze roestige BBQ beter niet kunnen proberen op te knappen omdat die nogal de neiging hebben te ontploffen. Atijd een goeie tip!

Al sinds wij er zijn is het vrij stil op de uni vanwege de zomer/kerstvakantie. Pas eind februari begint alles weer. Oké, dat kan, maar nu hoorden we dat Australische studenten in totaal wel HEEL VEEL vakantie hebben, namelijk ongeveer 6 maanden per jaar! We wisten dat ze hier laidback zijn maar dit is wel ERG laidback...

Verder hoorden we dat Newcastle niet zo ontzettend vooruitstrevend is op een aantal vlakken... Hoewel er een paar leuke winkeltjes en art galleries opkomen kan je hier over het algemeen beter maar niet gaan shoppen voor de nieuwste mode. Daarnaast is vooral in de buitenwijken (waar wij wonen) de trend van superfoods nog niet erg aanwezig; aardig wat families zitten hier vanaf 's ochtends vroeg al Macdonald menu’s naar binnen te werken in het winkelcentrum. Misschien verklaart dit ook wel dat ongeveer 70% van de volwassenen overgewicht of obesitas heeft!

Verder praten onze collega’s vrij luchtig over giftige spinnen, krokodillen of slangen; haaien zie je hier nog ‘wel eens’ maar de ECHT gevaarlijke beesten komen blijkbaar meer voor in het noorden. Wij moeten het voor nu ‘maar’ doen met de irritante muggen en vliegen, luidruchtige vogels, simpele spinnetjes en gigantische super-wespen die op de campus rondvliegen, en...kakkerlakken. Met deze laatste diersoort zijn we letterlijk de strijd aangegaan: de oorlog is losgebarsten! Tot nu toe hebben de kakkerlakken al aardig wat verliezen geleden, maar ze zijn sterk en lijken hun troepen oneindig te kunnen aanvullen. Zelfs na een 3 dagen lange opsluiting onder een glas met een flinke laag zeepsop gaf een kakkerlak zich nog niet gewonnen!

Naast de gezellige lunches hebben we ook een andere leuke dingen gedaan met onze collega’s/de afdeling. Zo was er een kerstborrel en gaven we ons op voor een actief uitje met de afdeling: een cursus paddleboarden in de haven van Newcastle! Onze tweede keer paddleboarden dus! Waren we de eerste keer op onszelf aangewezen, nu kregen we zowaar een uitleg! Maar wij als Nederlanders (en een Zwitserse collega) pikten het vrij snel op: de boards zijn best stabiel dus lukte het aardig om te blijven staan. Behalve als er óf veel golven zijn óf je probeert er met twee personen tegelijk op te gaan staan... Ook dit keer bleven we dus niet droog. Hoe dan ook, een leuke en gezellige dag met daarna nog een uitgebreide lunch en eindejaars presentaties op de afdeling.

Ook hebben wij vieren als Nederlanders op 5 december een Sinterklaas lunch georganiseerd voor de hele afdeling. Iedereen had al mails gekregen over Sinterklaas en de tradities/gebruiken, plus een schoen in de bijlage die je uit kon printen en in elkaar zetten. Op 4 december kon iedereen die wilde zijn/haar zelf uitgeknipte en ingekleurde schoen zetten zodat wij die aan het eind van de dag konden vullen. Dit pakte enorm goed uit: het was zo aandoenlijk en leuk om te zien hoe een aantal mensen opgingen in het knippen, plakken en kleuren van hun schoen! We hadden aardig wat mooie schoenen aan het eind van de dag. Deze vulden we o.a. met pepernoten die we zelf hadden gebakken (die hebben we dus ook niet hoeven missen).

Bovendien waren er nog cadeautjes voor de mensen met de mooiste schoen. Op 5 december was het zover: we speelden met de hele afdeling het als in Nederland bekende dobbelstenenspel (waarbij cadeautjes voortdurend tussen iedereen worden uitgewisseld). Daarvoor hadden we een reuzen-dobbelsteen van karton gemaakt. Iedereen deed heel enthousiast mee (zelfs de professoren schopten verwoed tegen de dobbelsteen aan en Clare probeerde zlefs vals te spelen!) en het spel leidde tot grote hilariteit. Later kwamen er voortdurend mensen naar ons toe om te zeggen dat ze het zo leuk hadden gevonden en nog nooit zoiets hadden meegemaakt. Daarna was er nog een lunch, iedereen had zelfgemaakte dingen meegebracht. Na de lunch was er nog een quiz waarin vragen over verschillende nationaliteiten van mensen op de afdeling (Nederland, Italie, Zwitserland, Engeland, Polen) aan bod kwamen, erg leuk! Daarna was het snel opruimen geblazen, en... gingen we een weekendje weg, op een road-trip! We hadden een auto gehuurd bij Hertz en Nienke en Bonnie waren de chauffeurs.

Echt een duidelijk plan hadden we niet, maar we gingen in ieder geval richting Port Stephens en Forster: twee stadjes meer naar het noorden maar nog wel aan de kust. Nienke had eerder die week al een tijdje gereden en dus gelukkig al enige ervaring opgedaan, maar nog steeds waren we blij toen we zonder enige incidenten aankwamen bij ons motel. Op zich is het links rijden nog niet zo moeilijk, hoewel bepaalde dingen aan de andere kant zitten was het hebben van een automaat relatief te doen, maar daardoor werd wel regelmatig de ruitenwisser aangezet in plaats van de richtingaanwijzer... Maar in een ander land rijden is over het algemeen altijd wel een uitdaging.

Onze kamer had uitzicht op de zee (perfecte plek dus om lekker pizza te eten) en ook vanuit de jacuzzi en het zwembad hadden we een spectaculair uitzicht op het onweer in de verte. De volgende dag hebben we, op aanraden van een collega, Mount Tomaree beklommen. Dat was nogal een uitdaging: steunend en kreunend moesten we af en toe wel even uitrusten, maar konden we elke keer genieten van weer een andere mooi uitzicht. Eenmaal op de top hadden we een prachtig 360° uitzicht over Port Stephens en konden we mooi een plekje uitzoeken waar we, eenmaal weer beneden, aan het strand konden gaan liggen.

Helaas duurde het daar niet lang voor de regen ons weer terug naar de auto jaagde. Maar ach, we moesten toch onderhand weer gaan rijden voor onze volgende bestemming. In Forster was 's avonds niet bijzonder veel te beleven, maar we hebben onszelf goed kunnen vermaken met de selfie-paal (zie de foto hieronder)! Onze laatste road-trip dag was een we-doen-lekker-wat-we-willen dag. Met de auto is dat ook wel makkelijk: je kijkt gewoon in de Lonely Planet (of op google maps) wat je wil zien, en rijdt er gewoon naar toe. Zo zijn we mooie en bijzondere plekjes tegengekomen, die je anders met het OV nooit zou zien: we zijn naar een vuurtoren geklommen (heel steil pad) met een uitzicht op zogenaamde 'Seal rocks'. Daar kan je tot oktober walvissen spotten als ze migreren (helaas waren wij dus te laat) en zeehonden op de rotsen. Verder stopten we bij een prachtig meert (Green Point) waar we lekker konden zwemmen en lunchen en hebben ruim 400 treden beklommen voor weer een prachtig uitzichtpunt. Na onderweg nog een ijsje te hebben gegeten zijn we weer voldaan richting Newcastle gereden. Het was een leuk weekend!

De week erop stond er een gigantisch pakket ons thuis op tafel op de wachten. Het was dan weliswaar geen Sinterklaas meer maar toch had de Sint (Daphne's thuisfront) nog aardig wat voor ons over laten komen. Chocoladeletters, pepernoten, een groot speculaashart, en nog allerlei andere Nederlandse lekkernijen zoals drop waren helemaal uit Nederland verstuurd, superlief! Hadden we ons net voorgenomen rustiger aan te doen met het snoepen...

In andere weekenden hebben we ons ook wel aardig weten te vermaken; naast aardig wat tijd door te hebben gebracht aan de beach en de Ocean Baths (tja, zo doen ze dat hier nou eenmaal...), hebben we een bezoek gebracht aan het Newcastle museum (vooral het interactieve gedeelte bedoeld voor kinderen was erg vermakelijk...), de oceaan en Newcastle bewonderd vanaf een fort dat op een mooi uitkijkpunt boven de zee staat en restaurantjes ontdekt (o.a. een heerlijk en relatief goedkoop en biologisch hamburger restaurant). Verder zijn we een nog keer met Maartje en Bonnie naar Blackbutt Reserve gegaan, een natuurpark waar we wallabies, kangoeroes en allerlei andere tropische dieren hebben gespot en... een koala hebben geknuffeld! Dat was wel speciaal (zie foto)! Een andere dag zijn we met Maartje, Bonnie en Tamara, een Zwitserse collega, naar de 'Olive Tree Market' gegaan; een artistieke markt waar veel artiesten en kunstenaars samen komen en hun spullen verkopen. Er was gezellige muziek, lekker eten, en er waren veel grappige en originele dingen te krijgen (zie foto). We hebben de dag afgesloten aan Merewether Beach, met cocktails, pizza's, en een prachtig uitzicht op de oceaan.

Maar na een maand gewerkt te hebben op de uni, en er eigenlijk net gewend te zijn geraakt, brak de zomervakantie alweer aan. En er stonden, en staan, ons aardig wat leuke dingen te wachten: te beginnen met weer een dagje Sydney met zn vieren. Daar zijn we, na wat sight-seeing, nog naar ijssalon 'Cow and the Moon' geweest; wat volgens Maartje en Bonnie het lekkerste ijs ter wereld heeft. En ondanks dat het regende, stelde het absoluut niet teleur!

Daarna brak kerst aan: op de 24e waren wij en Bonnie en Maartje bij een Zwisterse collega en haar vriend uitgenodigd. Die dag begon met weer een surfles (en nu al echt met opstaan) en daarna een BBQ: een echte 'Aussie' kerst dus. Alleen de hitte waarvoor we al weken gewaarschuwd werden bleef uit. Op eerste kerstdag deden wij met zn tweetjes en Maartje, die die nacht bij ons logeerde, een traditioneel Nederlands kerstontbijt en 's middags hadden wij de Zwitserse collega en aanhang weer uitgenodigd en hebben we genoten van alweer lekker eten, cadeautjes en spelletjes.

Helaas moesten we daarna toch echt afscheid nemen van Maartje, die vanaf die avond alleen verder ging reizen en we niet meer zullen zien... Maar hopelijk volgend jaar een reünie! Na een traantje te hebben gelaten, moesten we toch ook gaan inpakken voor onze grote reis in Australië, die met een vlucht naar Melbourne zou beginnen! In Melbourne kopen we een auto waarmee we naar Canberra rijden, vervolgens naar Sydney voor oud-en-nieuw, en daarna verder omhoog langs de oost kust! We zijn al aardig op weg (zoals sommigen van jullie al wel op Facebook hebben kunnen zien), maar omdat we jullie verder nog even lekker in spanning willen houden daarover meer in onze volgende blog!

Voor nu alvast een heel gelukkig nieuwjaar en tot 2015!

Liefs,

Daphne en Nienke

Eindelijk Down Under!

Ha lieve allemaal,

Het is weer tijd voor een nieuwe blog vanaf onze huidige locatie: Newcastle, Australie! De plek waar we onze stage doen. De blogs worden steeds langer, maar als je even afleiding nodig hebt van je werk, studie of het bibberend wachten op de trein die uiteraard te laat is, dan is dit perfect! Veel leesplezier!

De tijd in Australie vliegt; alweer ruim twee weken zijn voorbij gevlogen hier! Na wat hectische en spannende dagen zijn we inmiddels wel een beetje gesetteld, al is het allemaal nog wel erg wennen aan de nieuwe omgeving, een nieuwe ‘way of life’ en een vaste plek (al zijn er tussendoor zeker nog wel wat reisjes in het vooruitzicht!).

Wat we in de vorige blog nog niet verteld hadden over onze aankomst in Australie is dat het zo gevreesde border security-moment enorm is meegevallen! Na een zenuwslopend uur in de rij staan (misschien toch een beetje teveel naar het programma Border Security gekeken...) was het moment daar. Nienke is gelukkig niet afgevoerd naar één of ander donker ondervragings kamertje, wat we wel verwachtten omdat ze op dat moment officieel alleen maar een toeristenvisum had (wat absoluut niet bedoeld is voor een verblijf van 5 maanden...) Maar ook etenswaren die we nog snel in onze monden probeerden te proppen voor de bagagecheck en de meegebrachte speculaaskruiden en souvenirs bleken totaal niet interessant. Enkel onze bergschoenen moesten wel even geinspecteerd worden op de Thaise modder, maar de man die dit deed was meer bezig met ons geinteresseerde (of misschien toch onderzoekende?) vragen stellen over onze stage. Grote opluchting dus toen we erdoor waren, en zeker allemaal niet zo streng als op tv ;).

Het gezellig drukke en mooi gelegen backpackershostel in Sydney waar we na die uiterst lange vliegreis vanuit Bangkok als een blok in slaap zijn gevallen, hebben we het na 1 nachtje al verlaten; we zijn de volgende ochtend alweer vroeg richting treinstation vertrokken op weg naar onze uiteindelijke bestemming: Newcastle (een stadje vlak boven Sydney). De treinreis duurt gemiddeld zo’n 3 uur en kost zo’n 7 Australische dollars (= 4,80 euro), daar kan Nederland nog wat van leren! De trein is overigens wel het enige goedkope in Australie, en voor de bus betaal je bijvoorbeel altijd €3,-ongeacht hoe ver je gaat (dus ook voor maar een paar haltes!). Bij aankomst in Newcastle zagen we op straat al gelijk de eerste mensen met surfboards onder hun arm rondlopen, dus dat beloofde al veel goeds. Wat echter niet veel goeds beloofde waren de bussen: die zijn werkelijk niet te begrijpen als je net aankomt, vooral omdat nergens in de bus wordt aangegeven wat de volgende halte is, waardoor je maar gewoon moet gokken waar je bent. Bovendien weet de buschauffeur zelf vaak niet eens langs welke halte hij komt.

21ste eeuw technologie op het station van Newcastle ;)

Een klein detail toen we aankwamen in Newcastle: we moesten die dag een kamer zien te vinden en waren dus nog enigzins dakloos! Gelukkig hadden we sinds voor de reis al contact gehad met twee Nederlandse meisjes uit Wageningen die ook stage doen aan de Universiteit van Newcastle, Maartje en Bonnie, die ons al een beetje kon vertellen hoe het eraan toe gaat in Australie. We hadden die middag maar 1 huisbezichtiging omdat andere kamers waar we afspraken voor hadden langzaam één voor één waren afgevallen, maar we hadden goede hoop voor deze! Vooral omdat we echt niet in een duur hotel of hostel wilden overnachten (en er dus eigenlijk als het leuk genoeg was liefst meteen in zouden willen...een beetje naief achteraf). Maar gelukkig konden we onze koffers bij Bonnie kwijt, dat scheelde een hoop gesleep, dus zij stond ons dan ook op te wachten bij de bushalte. Je legt hier overigens grote afstanden af; alles ligt veel verder uit elkaar dan in Nederland en om vanuit het centrum van Newcastle naar Bonnie te komen moesten we al zo’n 25 minuten met de bus! Na het droppen van onze bagage en een verkoelende limonade bij haar thuis gingen we op weg. Dat was het begin van een lang, zwaar en vermoeiend Groot Kamer-Zoek-Avontuur met hoge stress-levels. Waar google maps aardig vaak in voor kwam in dit grote doolhof van straten, wanhoop onze primaire emotionele staat was, de ‘mall’ (soort plaatselijk winkelcentrum) onze uitvalsbasis voor het gratis internet, en bussen op goeie gok genomen werden.

Aangekomen bij de eerste bezichtiging deed een van de bewoners open en het begon goed; het was de eerste beste typische Australische relaxte surf-dude met wavy haar en ontbloot bovenlichaam, maar hij was nogal verbaasd: er was immers maar 1 klein kamertje vrij voor zover hij wist. Later kwam er een meisje van het kamerverhuurbedrijf en werd duidelijk dat in het huis erachter nog wel een kamer vrij zou zijn. Maar zodra ze de deur van de kamer open wilde doen, bleek er gewoon nog iemand te wonen! Het leeghoofdige, dicht geplamuurde en op mijlhoge hakken lopende meisje van het verhuurbedrijf wist daarop niet echt wat ze moest doen, want die persoon had er al uit moeten zijn. Na onze suggestie dat ze de bewoners misschien even moest vragen hoe dat zat, keek ze ons glazig aan en leek ze ook niet bijzonder veel actie te gaan ondernemen... Maar vroeg ons erna buiten wel doodleuk of we de 2 kamers wilden huren! Ehm... nee niet echt nee! De verontwaardiging en teleurstelling waren groot en dit lieten we dan ook merken: waren we na al die moeite en in die verstikkende hitte voor niks gekomen! Daar stonden we dan op straat in de brandende zon, in de naar ons gevoel ‘middle of nowhere’ en dakloos, terwijl het meisje wegstoof in haar auto.

Na wat gevloekt en getierd te hebben moesten onszelf toch even bij elkaar proberen te rapen en een plan van aanpak gaan bedenken. Stap 1: internet! In de verte zagen we als in een droombeeld een McDonald’s uithangbord (en een McFlurry ijsje klonk op dat moment ook wel erg goed!), dus zijn we maar die kant op gelopen. Helaas, het bord hebben we nooit gevonden; we zijn er allebei nog steeds overuit dat het waarschijnlijk een fata morgana was.

Wel vonden we na een tijd lopen een KFC waar het ijsje misschien niet lekker was, maar waar we wel op internet een makelaar vonden die veel studentenkamers verhuurde. En nog op steenworp afstand ook! Onze laatste kans dus voor die dag.

Maar helaas, het sprankje hoop dat we weer hadden, werd met de makelaar's opmerking dat ze alleen verhuurden tot januari (en daarna moesten we een contract van 6 maanden tekenen) gelijk weer de grond in gestamp. Maar goed... we waren de wanhoop een beetje nabij en dus zijn we toch nog langs twee huizen gegaan met de makelaar, waarvan er één wel oké was. Maar het is niet alsof je zomaar een pakje boter koopt, dus in een vlaag van wijsheid toch maar niet gedaan en besloten die nacht maar in een hotel door te brengen. Dus keerden we uitgeput, bezweet en teleurgesteld weer terug naar Bonnie om onze bagage op te halen.

De volgende dag gelijk rondgebeld en we kregen het voor elkaar om in totaal 4 huizen te kunnen bekijken die dag. Maar helaas volgden er alleen maar teleurstellingen, en bleek het niet uitzonderlijk dat de te verhuren kamers nog bewoond werden (maar wat aardig toch: we mochten wel in het stoffige bed in de garage slapen totdat ze weggingen) of dat we contracten voor langer dan 5 maanden moesten nemen (aan de telefoon: 'Ja hoor, 5 maanden kan wel'; niet dus...). Heel wat stress beheerste op dat moment ons leven... Maar toen we 's middags even op bezoek waren bij Bonnie en Maartje op de universiteit kregen we een belletje van de makelaar van het huis dat we de vorige dag hadden bezichtigd: dat ze ons ook nog wel iets anders konden laten zien. En hoewel we dat hele bedrijf en alle mensen erin hadden vervloekt, waren we toch wanhopig genoeg om toch even te gaan kijken. Op de dooie kakkerlakken en het enigszins smoezelige oude krakende huis na waren deze kamers best wel oke; er was een leuke veranda met barbeque, het was goedkoop, voor onbepaalde tijd te huren, op een goeie lokatie, en vooral: ze stonden leeg! We konden er zelfs gelijk in, en moesten later die middag met een borg bedrag langkomen voor het contract en de sleutel. Halleluja, gelukt!!

Maar nee... Al snel bleek dat de Studenten-Kamer-Goden het ons in dit geval ook niet makkelijk maakten en ons nogmaals op de proef zouden stellen. Om het even kort samen te vatten: we hadden het bedrag van de borg verkeerd begrepen en werden naar de pinautomaar gestuurd om de rest te betalen, anders konden we de sleutel niet krijgen. Het lukte alleen niet: geen enkele pinautomaat wilde ons geld geven; er was sprake van een dagelijks pin-limiet. We liepen rond als een kip zonder kop (we hadden nl ook afgesproken met Bonnie en Maartje, waar we al te laat voor waren) omdat we geen idee hadden wat we nu moesten doen en de makelaar haar telefoon niet opnam. Uiteindelijk was het oke om onze paspoorten achter te laten als ‘borg’ voor de borg, die we dan wel de volgende ochtend voor 10.00h zouden betalen. Daarna zijn we gelijk door geraced richting centrum, waar Maartje en Bonnie ons al aardig wat tijd zaten op te wachten in Napoli; een gezellig, populair en drukbezocht Italiaans restaurant. Gelukkig waren ze niet boos ;) en hebben we die avond even alle stress van ons af kunnen gooien (we waren immers niet dakloos meer!). Maartje en Bonnie bleken al allerlei leuke plannen te hebben voor als wij zouden komen, heel leuk! Ook konden zij ons een beetje vertellen over het leven hier, plus allerlei handige adviezen geven. We hadden bijvoorbeeld op hun aanraden een ‘Opal’ kaart aangeschaft, een soort OV-kaart waarmee je in-/uit checkt in de bus. Maar omdat die in de meeste bussen nog niet werkt hebben we de afgelopen tijd vrijwel altijd gratis gereisd (en we kunnen jullie vertellen: dit waren heel wat reisjes!). Na het etentje zijn we weer naar ons hotel gegaan (waar we onze koffers gelukkig hadden kunnen achterlaten) en na een nachtelijke wandel-/sleeptocht bij ons huis aangekomen. We hebben meteen even kennis gemaakt met een van onze huisgenoten die nog wakker was, maar zijn, nadat we onze koffers in onze lege muffige kamers gedumpt hadden, direct onder onze pasgekochte lakens in slaap gevallen.

De volgende ochtend toen we het overige bedrag wilden gaan pinnen kwamen we erachter dat een dagelijks pin-limiet helaas gelijk is aan een 24-uurs limiet! De makelaar heeft dus nogal wat geduld met ons moeten hebben, maar uiteindelijk konden we het online overmaken (op Nienke's mobiel op het internet van de mall; niet echt makkelijk). Maar pffft! Het is dan uiteindelijk gelukt, we hebben officieel een kamer!

Na de laatste kamer-stress hadden we het wel even gehad en zijn we naar het strand afgereisd om wat uit te waaien. Wat was het daar mooi! Na langs een soort boulevard te hebben gelopen kwamen we bij het strand.

Je hebt hier niet één lang strand zoals in Nederland, maar er zijn meerdere baaien die elk een andere naam hebben. Daar waren vele golfsurfers druk bezig de levensgrote golven te pakken, erg leuk om te zien! Ook liepen we nog langs zogenaamde ‘Ocean baths’, baden die letterlijk worden gevuld als het water van de zee hoog genoeg is en over de randen treedt. Na nog even door het centrum van Newcastle, dat vlakbij de zee is, te hebben geslenterd, zijn we naar huis gegaan en konden we eindelijk weer geld pinnen om boodschappen te doen. Na al dat uiteten gaan van de afgelopen tijd was het wel ‘ns fijn om eindelijk eten te kopen om zelf te gaan koken! En dat hebben we dan ook gedaan die avond. Een van onze huisgenoten Michael kwam wat later binnenvallen en daar hebben we even mee gepraat. Hij doet een PhD scheikunde aan de universiteit en komt uit Sydney, waar hij bijna elk weekend heen reist. Toen we vroegen waar de andere jongen (Jamie) was die hier ook woont bleek dat die er al die tijd al was geweest en gewoon op zijn kamer zat. Niet een heel sociaal type dus... Omdat ons het wel genereus leek hebben we Michael wat aangeboden van de rest van onze spaghetti (wat aardig wat was), maar later bleek dat hij gewoon alles had opgegeten! Onze eerste maaltijd in ons nieuwe huis was dus een succes ;).

In de dagen die volgden hoefden we nog niet direct te beginnen met onze stage dus zijn we naast een aantal leuke dingen/uitstapjes ook nog aardig wat keren naar het winkelcentrum geweest; omdat er werkelijk niets anders dan een bed, bureau en kast in onze kamers stond moesten we zowel praktische als opfleurende dingen kopen, aangezien we niet 5 maanden in een soort kale cel willen leven. Het aantal inkopen was uiteindelijk dus wat meer dan we hadden gedacht (nadat het een dag 38 graden was geweest en we niet nogmaals in een heteluchtoven wilden slapen hebben we bijvoorbeeld elk een ventilator aangeschaft) en dit kostte nog best veel tijd, gesleep en GELD! Tja, Australie is nu eenmaal duur, dat wisten we, maar je geeft hier letterlijk geld uit als water. Zelfs als je ECHT alleen dingen met de meeste prioriteit koopt ben je veel kwijt, zeker in de grote supermarkt in het winkelcentrum. Het is best leuk om er doorheen te lopen; net als in Amerika hebben ze zoveel producten waarvan wij het bestaan niet eens afwisten. Maar producten als fruit, groenten, kaas, yoghurt en vlees (zegmaar alles wat gezond is) zijn erg duur! Ook kwamen we nog Nederlandse appelmoes tegen, drop, speculaas en ‘Nederlandse wortelen’... Wat daar nu precies zo bijzonder aan is...?

Naast het doen van al die inkopen zijn we nog een dagje naar Newcastle centrum gegaan. Er zijn een paar gezellige straatjes met hippe cafe/restaurantjes, artistieke winkeltjes en kunstgallerijen te vinden. Kunstenaars schijnen hier heen te trekken, waardoor dit momenteel steeds meer opkomt. In andere straten is echter niet heel te beleven dus daar ben je al snel uitgekeken.

Ook zijn we een dag gaan kanoën met Maartje en Bonnie; er is hier in de buurt mooi natuurpark/reservaat, de Hunter Wetlands Center (Newcastle ligt in de zogeheten Hunter Valley), waar je kan wandelen en andere activiteiten doen. We kregen trouwens nog een hele uitleg wat we moesten doen als we uit onze kano vielen (er zaten wel haaien in het water, maar er was nog nooit iemand aangevallen...jaja...) blijkbaar zijn ze kanoën hier niet zo gewend. Het was wel een mooie kanotocht (hoewel we eerst vooral bezig waren met recht vooruit varen en (elkaar uit-) lachen om onze kanokunsten), onder allemaal mangrove bomen door. Daarna hebben we nog wat door het park gewandeld; er waren moerassen, veel verschillende vogels en... muggen, electriciteitsmasten en hekken! Beetje jammer.

Een andere dag zijn we naar Sydney gegaan met de trein. We hadden een dagkaart (omgerekend rond de 16 euro) en daarmee konden we met de trein, bus en ferry reizen. Het mooie aan Sydney is dat het water overal zo dichtbij is (en er dus overal een lekker windje staat) en er vele parken zijn. We moesten natuurlijk gelijk even langs het wereldberoemde en indrukwekkende Opera House, dat direct naast het water ligt, en hebben vervolgens de ‘Pylon Lookout’ toren beklommen, waar je een geweldig uitzicht over de hele stad hebt! Daarna zijn we doorgelopen naar de bus om richting Bondi Beach te gaan; dit ligt echter nog best ver uit het centrum, dus tijdens de lange busrit konden we ook nog wat van de stad zien. Het beroemde Bondi Beach (voor Nienke voornamelijk bekend van het gelijknamige real-life Baywach tv-programma en dus erg leuk om in het echt te zien) was net zo mooi als op TV, net als de mensen die er aan het zonnen waren. Vlakbij zijn er vele mooie stranden te vinden (waar we zeker nog wel een keer voor terugkomen!) maar Bondi Beach is wel een van de hippere strand van Syndey. Na ook even hip geweest te zijn zetten we onze tocht door naar Manly: een buitenwijk van Sydney die aan de kust ligt en waar je met een prachtige ferry tocht kan komen.

Maar terwijl we in Manly een lekkere pizza begonnen weg te werken aan het strand, bleek bij het plannen van onze terugweg naar Newcastle dat we onze laatste kans al gemist hadden en er eigenlijk geen mogelijk meer was om terug te komen! Enigzins in paniek zijn we snel weer terug naar Sydney gehaast. Gelukkig bedachten we al snel dat er wellicht wel treinen zouden gaan maar helaas de laatste bus in Newcastle zouden missen, met als gevolg dat we in Newcastle dus een (uitzonderlijk dure) taxi naar huis terug moesten nemen! Sydney was een leuke stad, maar volgend bezoek wat beter plannen!

De andere dagen voor onze stage hebben we o.a. verderweg gelegen winkelcentra afgestruind, onze entree gemaakt in een plaatselijke pubquiz (waar we erachter kwamen dat we ons echt eens moesten verdiepen in de Australische cultuur, sport en politiek...), ons met gevaar voor eigen leven fietsend met helm en al op de weg begeven (ze hebben hier nauwelijks fietspaden dus je rijdt én links én vlak naast voorbijrazende auto’s), de kerstman in levende lijve ontmoet (in het winkelcentrum gaan hele gezinnen met hem op de foto), een Farmer’s Market bezocht waar ze organische producten maar ook allerlei internationale gerechten zoals ‘Dutch pancakes’ (poffertjes!) verkopen, frozen yoghurt ijs gegeten in allerlei smaken met alle mogelijke toppings die je maar kunt bedenken (hopelijk komt er in Nederland ook nog zo’n goddelijke winkel...), wat gerelaxed, en het huis wat schoongemaakt. Dit laatste o.a. om de strijd aan te gaan met de kakkerlakken hier! Die hebben maat S tot maat XXXL en komen vooral ’s nachts gezellig met z’n allen over het aanrecht, keukenvloer of badkamermuur krioelen waardoor je je telkens suf schrikt als je in het donker door het huis loopt! Maar dat was nog niet alles... de vloer/muur was één ding, maar het voorhoofd van Daphne die diep in dromenland was, was blijkbaar nóg comfortabeler voor kakkerlak maatje XXXL... Waaaah!!!:o Dat was wel even schrikken voor haar ja (en wat uurtjes minder slaap die nacht!).

Verder hebben we afgelopen zaterdag gesurft! Dat laatste was toch wel iets wat we al een langere tijd hadden gepland, en toen was het zover... We hadden Maartje en Bonnie ook enthousiast gemaakt dus daar gingen we, op naar het strand, voor 2 uurtjes surfles! Ach, die golven hier, dat gaat vast wel als we beetje hulp krijgen... Maar we moesten toch wel even slikken toen we na de uitleg van onze surfinstructrice tot onze enkels in de zee stonden; die golven die daar op ons kwamen afrollen (nee, afdenderen/afstormen) waren wel even van een andere orde dan die zielige rimpeltjes in Nederland... Toch gingen we de uitdaging aan en ging het uiteindelijk (voor omstandigheden) nog best aardig en hadden we er ook wel plezier in. Onze instructrice moest ook toegeven dat deze golven enigszins heftig waren voor ons; je moet net geluk hebben met het tij en de wind.

Na 2 uur hadden we wel genoeg porties zeewater gehad voor een dag. Na nog even lekker op het strand te hebben gerelaxed (wél na elk mogelijke plek in te hebben gesmeerd met zonnebrandcreme; de UV-straling is hier een stuk sterker dan in Nederland!) zijn we bij een gezellig eetzaakje neergestreken voor kip met ‘chips’ (friet). De kip die je kon bestellen kon op veel verschillende manieren/met verschillende kruiden worden bereid, lekker! Daarna hebben Maartje en Bonnie ons nog even meegenomen naar de chocoladehemel in Newcastle voor het toetje. Kortom; alles wat we er die dag af hadden gesurft zat er hoogstwaarschijnlijk net zo goed weer aan... Erg gezellig, dat wel! De dag erna bleek dat het nog erger had gekund qua weer: overdag een enorme hittegolf en later op de dag barstte er een gigantische onweers/tropische storm los!!

Nu zijn we niet geheel alleen naar Newcastle gekomen om wat te surfen...maar natuurlijk ook voor onze stage aan de universiteit! En ja, op een gegeven moment was het moment daar en brak onze eerste stagedag aan. Het was wel even omschakelen die bewuste ochtend, maar daar gingen we dan, te voet (zo’n 25 minuten) naar de afdeling waar we moesten zijn: de ‘Priority Research Centre for Physical Activity and Nutrition’.

De vele gebouwen die deel uitmaken van de universiteit en dus samen de campus vormen zijn gelegen in een groot en mooi bosrijk gebied met totaal een oppervlakte van maar liefst 140 hectares! Als je van het ene naar het andere gebouw loopt lijkt het dus eigenlijk alsof je een mooie boswandeling maakt (al zijn de muggen verschikkelijk persistent en steken ze waar ze kunnen, met als resultaat dat we onszelf, elkaar of die miezerige muggen voortdurent aan het meppen zijn). We hoefden gelukkig pas om half 10 op het kantoor van onze begeleider, professor Clare Collins, te zijn. Ondanks dat Nienke nog geen visum had om al echt te kunnen beginnen (die moet elk moment aankomen...) ging ze toch mee voor de introductie/rondleiding, ervan uitgaande dat ze daarna wel weer naar huis zou moeten. Dat liep wel anders want er stonden o.a. einde-jaars presentaties op de planning waar we heen konden en we kregen gelijk al een opdracht (zie verderop). Maar officieel is ze nog niet echt aan het werk maar ‘observeert’ ze alleen maar (zoals onze begeleider het noemt :p). Na kennis gemaakt te hebben met Clare, een super hartelijke en sympathieke vrouw, hebben we even gepraat over onze projecten. Beiden doen we verschillende onderzoeken, maar ze gaan allebei over portiegrootte: Nienke gaat meehelpen bij een project van een post-doc uit Zwitserland, die de dag na ons is aangekomen. Dit project gaat over het schatten van portiegroottes (van snacks) door jongvolwassenen en daarvoor wordt nep-voedsel gebruikt! We hebben dat nep-voedsel trouwens ook mogen bekijken/voelen en qua textuur lijken ze enorm op echt voedsel! Van chocolaatjes tot hamburgers tot plakjes gerookte zalm; heel grappig om te zien.
Daphne wordt betrokken in een onderzoek dat gaat over veranderingen in portiegrootte van voedsel specifiek bij kinderen, en vergelijkt daarbij nationale voedingsdata uit 2007 met data die recentelijk binnen zijn gekomen. Naast onze eigen projecten werd duidelijk dat er nog aardig wat mogelijkheden zijn om bij (de praktische uitvoering van) andere lopende onderzoeken betrokken te worden, dus waarschijnlijk wordt het een veelzijdige stage! Clare heeft ons vervolgens hoogst persoonlijk rondgeleid en ons aan een hoop mensen voorgesteld die we onderweg tegenkwamen. Erna konden we echter bijna geen enkele naam meer herinneren. Wat ons gelijk opviel is dat iedereen (en dat geldt eigenlijk voor Australiers in het algemeen) hier zo open, enthousiast en geinteresseerd is in wat je hier gaat doen. Je knoopt makkelijk een gesprek aan met iemand van de afdeling waar je verder niet eens mee te maken hebt. We voelden ons de eerste dag dan ook meteen welkom. Wat minder was dat we in een ijskoude en donkere kamer werden neergezet, in afgeschermde hokjes. Ook kregen we een laptop ipv een vaste computer, wat niet echt heel fijn werkt. De twee jongens die daar zitten zijn erg aardig maar blijkbaar houden ze erg van de kou... en niet van licht. We hebben dan ook gelijk de jaloezieen open gezet, maar dit had nog niet veel invloed op onze gemoedstoestand... moesten we hier 4 maanden doorbrengen? Gelukkig, we hebben het inmiddels nog even nagevraagd en blijkbaar was er voor nu (en hopelijk voor langer) toch nog plek op de eerste verdieping (waar het merendeel van de afdeling zit en waar meer warmte en licht is). We zitten nu in een soort open ruimte, dus afleiding heb je af en toe wel maar het heeft wel een fijne sfeer dus dat vinden we eigenlijk wel prima. Daphne is al een beetje begonnen met inlezen voor haar project, en verder hebben we beiden een opdracht gekregen waar we wel even zoet mee zijn: helpen bij een systemiatische review. Dit houdt kortgezegd in dat we ieder de titels en/of korte samenvattingen van bijna 600 artikelen moeten doornemen en kijken of ze kunnen worden gebruikt voor één groot overzichtsartikel (daar is een van de onderzoekers hier op de afdeling mee bezig). Verder gaan ze hier bijna elke dag wel samen lunchen rond 12.00u, dus dan leer je gelijk wat mensen kennen!

Dat we nu full-time aan de slag moeten op de universiteit betekent echter niet dat het nu gedaan is met onze avonturen! Voor komend weekend staat er bijvoorbeeld alweer wat koala-geknuffel op de planning en zijn we uitgenodigd om bij onze begeleider te komen barbequen. Als jullie willen weten hoe dat was en wat we daarna gepland hebben zullen jullie simpelweg nog even de volgende blog af moeten wachten! ;) En ondertussen proberen we jullie wel wat warmte naar het koude en natte Nederland toe te wuiven...

Liefs en zonnige groetjes van Down Under,

Nienke en Daphne

(oei… hij was wel erg lang deze keer! Maar hopelijk vonden jullie het de tijd wel waard!)

Alle wegen leiden naar Bangkok

Hallo lieve familie en vrienden. Hier weer een lekker lang stuk van onze laatste avonturen in Thailand. Veel leesplezier!

In Chiang Mai kwamen we in een oase van rust terecht; de beddenvan het hostelhebben we gelijk even uitgeprobeerd en die waren voor de verandering heerlijk ZACHT (wat voor ons wel een grote verademing was na 6 dagen op de grond...) en er was een zwembad! Na de nachtelijke busrit met weinig slaap zijn we ondanks enige vermoeidheid 's middags eigenlijk toch vrij snel de stad ingegaan. Van meerdere bronnen hadden we vernomen dat de dierentuin in Chiang Mai erg de moeite waard was, dus daar hebben we een groot deel van de middag wat rondgelopen. Van schapen tot koala's; ze waren er allemaal en veel dieren kon je gewoon zelf voeren: zelfs voor panters en luipaarden kon je een soort spies met vlees kopen wat je door het hek kon steken, en de nijlpaarden lagen al gewillig klaar met hun bek open om wat planten te ontvangen.

Het bijzonderst vonden we toch wel de twee panda's; er zijn maar een beperkt aantal dierentuinen op de wereld die panda's hebben. We leerden o.a. dat elke panda een unieke manier heeft om bamboe te verteren; dit wordt gebruikt om ze in het wild te kunnen tellen! Na nog even langs de Australie-zone te hebben gewandeld (die was met die paar emoe's overigens lang niet zo gevaarlijk als het echte Australie volgens ons...) hebben we 's avonds gegeten langs een van Chiang Mai's bedrijvige hoofdstraten en kregen we in de gaten hoeveel westerser deze stad is vergeleken met Bangkok! Een stuk ruimer, schoner (zowel straat als lucht), gezelliger maar ook toeristischer; een hamburger met frietjes was dus makkelijk verkrijgbaar en daar hebben we na al die rijst dan ook graag gebruik van gemaakt. Het was ook heel gezellig dat overal door de stad gekleurde lantaarntjes en lampionnen hingen; dit was vanwege het lichtfestival dat op 6 november in heel Thailand, maar vooral heel groots in Chiang Mai, wordt gevierd. Na het eten 's avonds zijn we nog even langs de gezellig Sunday Market geslenterd, waar we natuurlijk weer veel te veel leuke dingen zagen (wat enige consequenties had voor onze portomonnee...) en hebben we nog een nachtelijke duik genomen in het zwembad van ons hostel.
De dag erna hebben we Chiang Mai te voet verkend; op elke hoek zat wel een tempel met sierlijke gouden daken en ontelbaar Buddha’s binnen.Erg bijzonder van zowel buiten als binnen, maar na een stuk of 3 a 4 tempels te hebben aanschouwd waren we wel enigszins verzadigd van al het pracht en praal (wie had dat gedacht...!). Tijd dus om onze schouders, rug en nek te rusten te leggen op een Thais massage bed om alle gewrichten los te maken. Massages zijn overal in Chiang Mai te verkrijgen, en net zoals je eerst een menu van een restaurant bekijkt voor erin te gaan, kan je bij elke massage shop eerst even massages uitkiezen en prijzen vergelijken. Tijdens het zoeken kwamen we geheel onverwacht een bekende tegen, Carlijn! Toch wel knap om op hetzelfde moment op dezelfde plek te zijn in zo’n grote stad! Zij ging ook aan de massage, dus wij ook maar weer verder met zoeken. Hoewel we uiteindelijk niet echt hadden gekozen voor de welbekende harde en ruwe Thaise massage, konden de twee vrouwen die ons masseerden het toch niet laten ons bovenlichaam op het eind nog even in allerlei mogelijke interessante posities te rekken en strekken... 's Avonds laat hebben we nog met Carlijn afgesproken en even bijgekletst en zijn we naar de Night Bazaar (een grote markt) gegaan om daar onze potomonnees nog lichter te maken...

De volgende dag was alweer onze laatste in Chiang Mai. Maar voordat we weer verder zouden trekken stond er nog een Chiang Mai’s favoriet op de agenda: zip-linen! Met kabelbanen door de jungle vliegen en ondertussen ook wat van het uitzicht proberen te genieten. We werden om 9.00h opgehaald van ons hostel (dat is in Thailand dus een uur later...) en moesten wéér een uur over allerlei kronkel weggetjes naar boven de jungle in (gelukkig deze keer in een comfortabeler busje). Eenmaal aangekomen werden we gelijk in de zipline-uitrusting gehesen door een of andere macho gladjanus die ons meestal ‘honey’ noemde als hij onze namen niet meer wist (wat eigenlijk altijd was, maar misschien ook wel goed want Nienke werd meestal ‘Niegger’ :o). Maar goed, hij leek te weten wat ie deed dus ons toch maar gelijk in het diepe gegooit en de ziplines af! Bij sommige moest je remmen wat soms nog wel lastig was, zeker als je per ongeluk omdraait en je de man die aangeeft dat je moet remmen niet meer ziet! Maar na 2 of 3 keer best lange ziplines kregen we het een beetje door en konden we ook van het uitzicht gaan genieten. Erg mooi: we gingen over rijstvelden, rivieren en dichte jungle. We moesten ook nog twee keer zo’n 40 meter naar beneden, maar geen probleem: je gaat gewoon hangen en dan laten ze je in een vrij val naar beneden vallen! Dat vonden sommige van de chineese meisjes in onze groep niet zo plezierig en er zijn waarschijnlijk ook wat dieren de jungle uitgevlucht door hun gegil.

Na dit grote avontuur moesten we naar het treinstation om de nachttrein weer terug naar Bangkok te nemen. Helaas was dit wat makkelijker gezegd dan gedaan: het bleek nogal druk op de straten van Chiang Mai (waar gaan al die mensen dan ook heen?!?!) en het ritje van 15 minuten ging toch steeds langer duren. Nog nooit ging de secondewijzer op onze horloges zo snel en nog nooit stonden stoplichten zo lang op rood!! Dit was namelijk de enige nachttrein die we konden nemen! 2 minuten voor vertrek kwamen we aan bij het station; we sprongen uit de tuktuk (voor zover dat lukte met onze backpacks...), gooiden de chauffeur het geld toe en sprintten naar de trein. Zweterig en gestressed namen we plaats op onze stoelen, maar we hadden het gehaald! Waarna de trein 15 minuten te laat wegreed... :s De nachtrein was wel een leuke ervaring: er was een primitief restaurantje waar we dankbaar gebruik van maakten omdat we geen tijd meer hadden gehad om eten te kopen en anders de hele nacht moesten verhongeren. ’s Avonds werden de stoelen omgebouwd tot bedden en hebben we nog best wel comfortabel kunnen slapen, hoewel het constante getoeter van de trein als hij bij een overgang kwam enigszins irritant was.

Maar een nachtje later waren we weer in Bangkok en reisden we verder met de bus naar een klein eilandje een paar uur van Bangkok vandaan: Koh Samed. Met een gammel pondje werden we naar het eiland gebracht, waar we opeens eerst 10 baht (0.25 cent) moesten betalen om het eiland op te mogen. Nou, vooruit dan maar, maar een kilometer verderop moesten we opeens 200 baht (5 euro) neertellen omdat we een ‘nationaal park’ inreden! Je reinste oplichterij! Maar ja, het probleem was dat ons resort in dat park was, dus veel keus hadden we niet. Echt een nationaal park konden we het niet echt noemen: er stonden overal huizen, winkeltjes, auto’s en scooters. Maar eenmaal in het hotel aangekomen hadden we wel een meevaller: de ‘garden view’ kamers (lees: de goedkoopste) waren allemaal bezet en dus kregen we zomaar een upgrade! Het bleek een mooie kamer met airco en zee zicht!

’s Ochtends bleek dat we in een waar paradijs terecht waren gekomen: prachtig blauw, helder en warm water aan een tropisch wit strand en overal lekkere plekjes om te zonnen en relaxen: precies wat we nodig hadden na 2 weken in volle vaart door Thailand te zijn getrokken! We lieten er geen gras over groeien en zijn gelijk op een snorkel toer gegaan waar we veel mooie vissen en koraal riffen konden bewonderen.

’s Avonds hebben we gelijk een scootertje (dat is echt hét vervoersmiddel in Thailand) gehuurd waarmee we een beetje het centrum in konden. We hadden de scooter de volgende dag ook nog, dus zijn we lekker het hele eiland over getourd. Onderweg nog even ‘in het wild’ gesnorkeld en aan het strand gelegen. ’s Avonds hebben we heerlijk aan het strand gegeten, een cocktail gedronken en een wens-lampion op laten gaan ter ere van het licht-festival.

De laatste dag was bedoeld om echt hélemaal niks te doen! Dat is ook gelukt, maar helaas om een wat mindere reden: Daphne was niet helemaal lekker. Daar trok Nienke zich natuurlijk helemaal niks van aan :p, en is gewoon lekker gaan zwemmen, zonnen en relaxen. Aan het eind van de middag moesten we het paradijs toch weer verlaten: wéér terug naar Bangkok, aangezien daar bijna alle wegen letterlijk naartoe leiden (maar we hebben het nu wel vaak genoeg gezien...:p) met het pondje, de bus en de taxi. We waren wel zo slim geweest om een hotel vlakbij het vliegveld te boeken omdat we daar de volgende ochtend alweer vroeg moesten zijn! We hadden een goede deal gevonden op het internet en voor zo’n €5 per persoon vonden we onszelf opeens in een of ander sjiek hotel waar de deur voor ons werd open gehouden en onze koffers zelfs naar onze kamer werden gebracht!

De volgende ochtend was het zover: we gingen naar Australië! Wel een beetje onwerkelijk omdat je na een vakantie meestal gewoon naar huis gaat, maar nu ging onze reis gewoon verder: aardig wat verder ook! Want het duurde zo’n 24 uur in totaal: 2 vluchten van 3 en 9 uur (en een erg lange stop) om daar te komen. En uiteraard hadden we met de langste vlucht een kind recht voor ons die 8 van de 9 uur heeft zitten zeuren en huilen en waarvan de moeder niets meer deed dan een beetje sussen naar het kind. Al met al niet teveel geslapen dus. In Sydney aangekomen bleek het wel lastig om een taxi te vinden: ze komen niet naar je toe zoals in Thailand (en er stond ook een bord dat dit verboden is). Maar toen we eenmaal in een taxi zaten leek het wel wat meer op Thailand: de (van Indische afkomst) chauffeur bleek niet meer dan 5 meter nodig te hebben om te remmen voor stoplichten en ging kriskras door het verkeer heen met zijn voet goed op het gaspedaal. Maar goed, na een lange reis zijn we dan eindelijk bij een leuk backpackers hostel aangekomen en vrijwel binnen de kortste keren als een blok in slaap gevallen.

Inmiddels zijn we al wat dagen in Australie, maar we houden het nog even spannend: op onze indrukken, avonturen en verhalen hier zullen jullie nog even moeten wachten!

Liefs, Nienke en Daphne

Ps: hier in de tekst staan natuurlijk al een paar ge-wel-dige foto’s, maar onder het kopje foto’s kun je er nog meer zien (dat geldt ook voor de vorige blogs!)